'We Are Public' heeft 4700 leden in Amsterdam en Den Haag. Zij betalen vijftien euro in de maand en mogen dan zonder verdere kosten kiezen uit een uitgebreid menu van ongeveer zeventig culturele activiteiten. Het lijstje waaruit mensen mogen kiezen, wordt samengesteld door een vrijwillige redactie. Het geld dat de organisatie binnenhaalt, wordt verdeeld onder de theaters en de musea die meedoen.

 Een half miljoen In Brabant hebben het Chassé-theater (Breda), de Nieuwe Vorst (Tilburg), het Van Abbemuseum (Eindhoven), de Cacaofabriek (Helmond) en de Verkadefabriek (Den Bosch) al aangekondigd dat ze meedoen. Het Brabants Kenniscentrum Kunst en Cultuur, de gemeente Helmond en de gemeente Den Bosch steunen het  initiatief. 'We Are Public' begon twee jaar geleden in Amsterdam. Ondernemers Leon Caren en Bas Mosch waren na de bezuinigingen in de culturele sector op zoek naar het grote publiek en een alternatieve geldstroom. Sinds 2014 zijn onder de vlag van 'We are Public' bijna 70.000 mensen naar het theater, het museum of naar een festival gegaan, zo meldt de organisatie. In diezelfde tijd is onder de deelnemende organisaties ruim een half miljoen euro verdeeld.

 Enthousiast publiek Toch is de financiële kant van de zaak niet het belangrijkst, zegt Jan van der Putten, de directeur van De Verkadefabriek in Den Bosch. "Financieel is het voor ons niet interessant." Hij vindt 'We Are Public' belangrijk maar denkt niet dat het zijn theater annex filmhuis enorm grote bedragen op gaat leveren. "We Are Public is een enthousiaste club. Ze stralen enthousiasme voor de kunst uit. Ik denk dat mensen hierdoor naar voorstellingen of evenementen gaan waar ze anders niet zo snel voor zouden kiezen. De drempel is lager en daardoor zullen bezoekers eerder gaan experimenteren." Hij is dan ook niet van plan voorstellingen aan te bieden waar hij de kaartjes maar moeizaam voor kan slijten. "Er zit een redactie op, die een mooi aanbod wil maken," aldus Van der Putten.