Noordbrabants Museum hoeft ruim half miljoen niet terug te geven aan de provincie
De provincie subsidieert het Noordbrabants Museum. Volgens de afspraken zou het museum de provincie een deel terug moeten betalen van de extra inkomsten die het museum door het succesvolle Jeroen Boschjaar heeft binnengehaald. Gedeputeerde Staten hebben nu besloten dat het museum dat geld mag houden.
Cultureel ondernemerschap
Museumdirecteur Charles de Mooij is enthousiast over de beslissing van de provincie. "Ik ben blij dat de provincie zich zo opstelt. We worden beloond voor ons cultureel ondernemerschap en dat ervaar ik als stimulerend".
De Mooij heeft eind vorig jaar aan de provincie geschreven dat hij het succes van het Jeroen Boschjaar wil vasthouden. In 2016 kwamen ruim een half miljoen bezoekers naar het museum. Tegelijkertijd kreeg het museum aandacht in media over de hele wereld en een aantal bijzondere prijzen. De Mooij: "Het Jeroen Boschjaar kunnen we niet herhalen maar ik wil wel een zeker ambitieniveau vasthouden."
Potje van drie miljoen
Met de ruim half miljoen die het museum nu in eigen zak mag houden, beschikt De Mooij nu over een ambitiepotje van ruim drie miljoen. Hij wil dat investeren in aankopen, het verbeteren van de vaste opstelling en in ambitieuzere wisseltentoonstellingen. De Vincent van Gogh-tentoonstelling in 2019 is daar een goed voorbeeld van.
Eerder kondigde het Noordbrabants Museum al aan dat ook Jeroen Bosch in de komende jaren weer aandacht zal krijgen. Door de internationale contacten die het museum heeft overgehouden aan het Jeroen Boschjaar is het waarschijnlijk mogelijk om schilderijen van de middeleeuwse Bossche meester naar de stad te halen.