Mishandelde kinderen moeten minimaal vijf maanden wachten op hulp, wethouders luiden noodklok

17 maart 2017 om 13:14
nl
Kinderen in een onveilige situatie moeten zeker vijf maanden wachten op hulp. 27 Brabantse wethouders trekken daarom aan de bel over het onderzoekstraject na een melding van kindermishandeling. Dat meldt onderzoeksprogramma De Monitor zondag in haar uitzending.
Profielfoto van Bart Elzendoorn
Geschreven door

Organisaties werken vanwege verschillende protocollen langs elkaar heen, waardoor snelle hulp niet mogelijk is. "Dit is een bureaucratisch probleem", constateert de Bredase wethouder Patrick van Lunteren. Hij spreekt namens nog 26 Brabantse wethouders.

Veilig Thuis moet zich bijvoorbeeld houden aan protocollen van het Ministerie van Volksgezondheid, terwijl het Ministerie van Veiligheid en Justitie eisen stelt aan de Raad voor de Kinderbescherming. Onderzoeken duren daarom lang.

Duurt soms nog langer
"In het gunstigste geval duurt een onderzoek naar de situatie van een vermeend mishandeld kind vijf maanden", zegt Van Lunteren. "En dan moet er niemand op vakantie gaan en moet er geen wachtlijst zijn. In dat geval kan het rustig een jaar duren of zelfs langer. Al die tijd zit een kind in een onveilige situatie." 

Volgens Teun Haans van Veilig Thuis is een eenduidige aanpak van verschillende organisaties moeilijk. “Hetzelfde protocol hanteren klinkt ideaal, maar je hebt te maken met diverse specialisten. Die kun je niet zomaar hetzelfde protocol voorschotelen.”

Bij Veilig Thuis weten ze binnen vijf dagen na de eerste melding van kindermishandeling, wat het vervolgtraject wordt. In zeventig dagen tijd pakken we het probleem aan. “Ouders moeten accepteren dat er hulp wordt geboden. In dat proces gaat de meeste tijd zitten”, legt Haans uit. Als er sprake is van acute dreiging, wordt binnen een dag gehandeld.

Aandacht voor probleem
De Brabantse wethouders zijn een onderzoek gestart om exact te achterhalen waar de pijnpunten liggen.

Van Lunteren nodigt samen met wethouders Arjan van der Weegen uit Bergen op Zoom en Marcelle Hendrickx uit Tilburg ministers uit om te praten over het omvormen van het proces. "We vragen niet om geld, maar om aandacht voor het probleem. De keten moet anders ingericht worden."

Streven naar verbetering
Daar staat Haans niet onwelwillend tegenover. “Je moet altijd naar verbetering streven. In veel gevallen gaat de samenwerking goed, maar er zijn nog wel wat slagen te maken.”

Zo zouden mensen die om een kind heen staan op bijvoorbeeld scholen, sportclubs of wijkteams, extra getraind moeten worden om kindermishandeling eerder te signaleren.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.