'Voetballen in zandstorm slaat nergens op", Gabriëls is trainer in Dubai
Net als velen is ook Johan Gabriëls via-via in het Midden-Oosten terecht gekomen. Dankzij connecties van zijn vriend Marco de Jong uit Sint Willebrord kon hij via hoofdcoach Fred Rutten en de toenmalige technisch directeur Eric Viscaal in september 2016 aan de bak in Dubai.
Arabisch geld en avontuur
Op dat moment trainde Gabriëls bij de NAC de jeugd onder vijftien en onder zeventien. Met pijn in het hart verliet hij de club waar hij ooit als profvoetballer speelde en ging voor het Arabische geld en avontuur.
"Dit is wat ik wilde", zegt Johan Gabriëls. "Geen dag is hier hetzelfde. Ik had wel een beetje angst voor het niveau dat ik zou aantreffen. Dat is niet zo goed als ik bij NAC gewend was, maar wel heel erg werkbaar."
Aanpassen aan omstandigheden
"Je moet hier elke dag improviseren", vervolgt de Prinsenbeekenaar. "Er wordt heel veel van je gevraagd. Ten eerst al fysiek omdat de zomermaanden hier bloedheet zijn. Dat is echt heel zwaar om in te werken."
Maar goed voor zijn ontwikkeling als trainer. Gabriëls vindt dat hij al veel geleerd heeft. "Je moet je keer op keer aanpassen aan veranderende omstandigheden. Dat is een kwaliteit die je moet hebben of moet ontwikkelen."
'Temperatuur niet te harden'
Zijn eerste werkdag in Dubai illustreert zijn verhaal. "Zonder assistenten kreeg ik een half veldje toegewezen. Er zouden zesentwintig spelers komen, maar dat werden er achtentwinitg. En toen ik goed en wel bezig was, kwamen er nog eens negen aanlopen. Dat is dus improviseren. Bovendien was het ook nog eens 51 graden, om half zes 's-avonds. Niet te harden."
Zandstorm
Maar niet alleen de hitte maakt het werken soms lastig. "Laatst hadden we een uitwedstrijd en die moesten we spelen in een zandstorm. Ik heb in sneeuw, hagel en regen gespeeld, maar in een zandstorm voetballen is echt verschrikkelijk. Het zand slaat in je ogen en je kan bijna niets zien. Het was een grote stofwolk dat op voetbal moest lijken. Het sloeg helemaal nergens op."
Johan Gabriëls hoopt nog een tijdje in de zandbak werkzaam te zijn. Want waar hij eerder nog in zijn eentje op een half veld stond, stuurt hij inmiddels op een fantastisch complex zeven professionals aan die rond het elftal lopen. "Het financiële is belangrijk, daar lieg ik niet om, maar ik wil vooral meer bagage opdoen als trainer", aldus de sympathieke Gabriëls.
'Het is te managen'
Natuurlijk mist hij zijn vrouw en kinderen die in Prinsenbeek zijn achter gebleven. "De periodes dat ik weg ben zijn niet langer dan vijf tot zeven weken. En er is natuurlijk Skype, dus dat is te managen", aldus Gabriëls.
'NAC moet niet ziel verpatsen aan City'
Vanuit Dubai maakt hij zich ook zorgen. Zorgen om zijn club NAC. Ook daar is, al is het via een grote omweg, sinds een tijdje de Arabische invloed in de voetbalwereld merkbaar.
"Etihad is natuurlijk de grote sponsor van Manchester City", vertelt Gabriëls. "Etihad is een vliegtuigmaatschappij, maar daar zit meer achter. Toerisme en hotels, het is echt een miljoenenindustrie. En voetbal is er daar één van. Wat zij willen is via City verdienen aan het voetbal, via transfers. Dis jongens die bij NAC worden gestald, moeten in waarde vermeerderen om straks beter verkocht te worden."
Het draait dus allemaal om geld. Het baart Gabriëls een beetje zorgen. Hij is bang dat het bij NAC de doorstroom van eigen jeugd tegenhoudt en dat het de identiteit van de Bredase club kan raken. "Ik ben een kind van de club", zo zegt hij. "Ik weet wat NAC en Breda inhouden", zo zegt hij. "Ik zie er de voordelen nog niet van in. We voor City, maar niet voor NAC. En NAC met de eigen identiteit moet niet de ziel verpatsen aan City."