Maria doet haar wonderen dunnetjes over in de Sint-Jan
De Mariakapel in de Sint-Jan is voor veel Brabanders een belangrijke plek. Ze steken er kaarsjes op, bidden of gaan gewoon even zitten om weg te vluchten uit het drukke leven. Het beeld in de kapel (De Zoete Moeder) stamt uit 1380 al moet worden toegegeven dat het beeld door allerlei historische omzwervingen ook twee eeuwen uit de stad is weggeweest.
Mai Mariamaand
Mei is de Mariamaand. Het beeld van de Zoete Moeder dat veel pelgrims trekt, verhuist in die maand van de Mariakapel naar het hoofdaltaar van de Sint-Jan. In die tijd mag Het Paleis voor Volksvlijt de Mariakapel gebruiken als decor voor hun voorstellling Maria.
Het toneelstuk is gebaseerd op een mirakelboek waarin wonderen staan opgesomd die aan het Bossche beeld worden toegeschreven. De verhalen uit het mirakelboek zijn bewerkt door theaterschrijver Henri Swinkels die veel mensen ook kennen als de gedeputeerde voor Leefbaarheid en Cultuur van de provincie Brabant.
Het Paleis voor Volksvlijt wil de voorstelling Maria zeven keer spelen in de kapel. Per voorstellling is er in de kapel ruimte voor ongeveer negentig mensen. De makers van de voorstelling zijn enthousiast omdat ze 'Maria' kunnen spelen op deze plek die zó met hun verhaal samenvalt.