'Te hoge werklast op basisschool', leraren maken zich zorgen om burn-out
Samen met de NOS en de andere regionale omroepen heeft Omroep Brabant een enquête uitgezet onder 773 leerkrachten in het hele land. 76 van hen werken in Brabant als leerkracht in verschillende groepen.
Acht of hoger qua werkdruk
Drie kwart van de bevraagden geeft een acht of hoger als er gevraagd wordt hoe ze hun werkdruk ervaren. Dat wordt vooral verklaard door het gevoel dat het werk ‘nooit af’ is. “Je moet veel overleggen, hebt werkgroepen, bent bezig met administratie, plannen maken enzovoorts. Je hebt veel te weinig tijd om daadwerkelijk met de kinderen bezig te zijn”, zegt een lerares uit Breda.
Dat laatste geven bijna alle leerkrachten aan. Er gaat zo veel tijd zitten in lesvoorbereiding, nakijkwerk, allerhande werkgroepen en buitenschoolse activiteiten dat dat de leraren het gevoel hebben weinig met de kinderen zelf bezig te kunnen zijn. “Terwijl je daar niet op kunt inleveren”, zegt Gerrit de Jong, die lesgeeft op de Angelaschool in Boxtel. Hij staat al meer dan dertig jaar voor de klas. “De kern is onderwijs, dat zijn die kinderen. Maar er is nu altijd wel iets anders dat nog moet. Dat gaat óf ten koste van het onderwijs óf ten koste van de vrije tijd.”
'Ouders eisen steeds meer'
Daarnaast wordt er een hoop druk opgelegd vanuit externe factoren. De schooldirectie, de inspectie en de regering zijn veelgehoorde instanties. Ook ouders komen er niet altijd goed vanaf: “Ouders verlangen steeds meer”, zegt een leraar uit Oisterwijk. “Hun kind staat altijd op nummer 1.”
Terwijl dat lastig is, met grote klassen. “De klassen zijn te groot, met soms 28, 30 of 33 kleuters”, zegt een ervaren lerares uit Tilburg. “Als je meer kinderen hebt, moet je ook meer aparte zorg geven.”
'Harde keuzes maken'
Ook Robert Venema, bestuurder bij scholenkoepel stichting Bravoo, krijgt dezelfde signalen door. “Bij leraren zie je dat hun arbeidsmoraal tegen hen gaat werken. Ze willen echt heel graag het beste bieden aan de kinderen, maar dat gaat ten koste van henzelf. Als we naar al dat overleg kijken, moet je kijken of dat echt noodzakelijk is, of iemand er beter van wordt. Anders moet je de harde keuze maken om iets niet te doen.”
De cijfers illustreren dat. Slechts twee van de 76 respondenten geven aan dat ze wekelijks twee of minder overuren maken. Een tiental respondenten zegt meer dan tien uur per week over te moeten werken, de rest tussen de twee en tien uur. Leraren geven daar een simpele verklaring voor: zonder overwerken komt het werk niet af. Geen van de leerkrachten zegt betaald te krijgen.
Als oplossingen worden kleinere groepen aangedragen, naast minder administratie en minder regeldruk. Een hartekreet uit Oisterwijk valt op: “Ik hoop echt dat er meer tijd en meer geld komt voor het basisonderwijs. Het is het fundament van ons onderwijssysteem, het fundament van onze toekomstige maatschappij. Deze hardwerkende, creatieve mensen met een hart voor onderwijs worden nu uitgebuit en daar zijn zij en onze kinderen, de dupe van.”
De regionale omroepen en de NOS wilden graag weten hoe leraren de werkdruk op hun basisschool ervaren. We hebben leraren opgeroepen om te reageren, vervolgens hebben we hen een enquête toegestuurd. Landelijk hebben 773 leraren gereageerd, in Brabant waren dat er 76. Dat zorgt er ook voor dat de steekproef/enquête niet representatief is, maar het geeft wel een goed beeld van de werklast in het onderwijs.