Kunsthelers verbreken zwijgrecht en hoeven nog maar twee ton te betalen
Die honderdduizend euro is maar een kwart van de vier ton die zij oorspronkelijk van de rechtbank moesten betalen. Dat komt omdat met de hele transactie een miljoen euro was gemoeid. Dat wist de politie zeker omdat een infiltrant van de politie dat bedrag had betaald aan de Bosschenaren om de schilderijen terug te krijgen.
Bij invallen in huizen vond de politie ongeveer twee ton aan contant geld. Dat werd in beslag genomen. Vader en zoon Van Meesen wilden niet vertellen waar de resterende acht ton was gebleven. Ze beriepen zich op hun zwijgrecht en dus moesten ze van de rechtbank die verdwenen acht ton ophoesten.
LEES OOK: Kunsthelers Hans en Rob van Meesen uit Den Bosch moeten acht ton betalen
Boekje open
In hoger beroep vertelde de zoon voor het eerst over de weg die het losgeld is gegaan. Dat komt er op neer dat hij voor de bemiddeling in totaal een bedrag van 200.000 euro heeft ontvangen en dat hij het restant van het losgeld heeft afgegeven aan de leverancier van de schilderijen. Het hof vindt deze verklaring aannemelijk omdat getuigen hebben verklaard dat dat klopt. Per saldo betekent dit dat de Bosschenaren met die inbeslagname hun schuld hebben ingelost en niet meer hoeven betalen.
Voor die heling werden vader en zoon al tot gevangenisstraffen veroordeeld. De Van Meesens zijn op 24 mei 2012 in hoger beroep veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de heling van de schilderijen en het witwassen van het geld. Het gerechtshof legde hen toen allebei een gevangenisstraf op van drie jaar en negen maanden.