Misdadigers hebben vrij spel, blijkt uit onderzoek onder agenten
De procedure om een opsporingsonderzoek in stellen, gaat veel te moeizaam. Hierdoor kan de lokale (zware) crimineel bijna ongestoord zijn gang gaan. De kans om écht gepakt te worden, is klein.
Grote ergenis
De politieacademie deed onderzoek bij drie basisteams in Nederland. Team Kempen in Zuidoost-Brabant was een van de drie. De onderzoekers onderzochten de lokale betekenis van de politie, de agent in 'het blauw' en het gebrek aan rechercheurs. Daaruit blijkt dat de normale agent niet optreedt tegen georganiseerde misdaad waarvan geen aangifte wordt gedaan. Vooral de wijkagent heeft er last van. Hij ziet het gebeuren, zet het op de agenda en komt er vervolgens, tot grote ergernis, achter dat er niets mee gedaan wordt.
Terwijl de politiemensen klagen en kritiek leveren op de organisatie en de werking van de basisteams, zijn burgemeesters juist wel tevreden. Ze zien dan wel dat de politie te snel moet passen bij het strafrechtelijk aanpakken van de zware crimineel, maar zijn toch positief.