Boeven vangen in een net van statistieken: 'Big data' in de strijd tegen criminaliteit
De gemeenten en justitie willen met de data-analyses nieuwe verbanden ontdekken in criminele activiteiten. Zo kunnen cijfers aantonen of er in achterstandswijken of juist in villawijken een grotere kans is dat je een hennepkwekerij tegenkomt. Of er kan bijvoorbeeld een verband worden ontdekt tussen verschillende autobranden.
"Straks weten we bijvoorbeeld waar we extra op moeten letten als we op zoek zijn naar hennepkwekerijen", zegt Susanne Brok, leider van het project bij de politie Oost-Brabant.
Geheimzinnig
Een team van hoogleraren en academici werken in Den Bosch samen in de Jheronimus Academy of Data Science. Samen gaan ze een speciale 'crime room' inrichten om de Brabantse gegevens te verwerken.
Welke gegevens ze precies gaan gebruiken en welke resultaten dat moet opleveren, blijft vaag. Ze houden de inhoud van de analyses liever geheim. Wel zijn thema’s bekend. Het project focust zich op drugscriminaliteit, illegale geldstromen en vastgoedfraude.
'Kleine criminelen worden groot'
Volgens Arjan van den Born van het Jheronimus Academy is data-analyse ook voor de wetenschap interessant. "We kunnen patronen ontdekken. Het geeft inzicht in criminele netwerken en activiteiten", zegt Van den Born. "Hoe raken mensen bijvoorbeeld betrokken bij criminaliteit en hoe worden kleine criminelen groot?"
Volop mogelijkheden, zo lijkt het, maar hoogleraar informatiesystemen Wil van der Aalst van TU Eindhoven heeft ook zijn bedenkingen. De Nederlandse wetgeving is volgens de onderzoeker nog lang niet klaar voor grootschalig gebruik van data.
"Je moet resultaten kunnen uitleggen", zegt Van der Aalst. "Het is bijvoorbeeld niet acceptabel om iemand te veroordelen op basis van een berekening. Cijfers vertellen immers niet waarom iemand iets heeft gedaan."
Realiteit
Volgens burgemeester John Jorritsma van Eindhoven is dit nu nog geen punt van zorgen. "Wij gaan ervan uit dat wij op dit moment niets fout doen", zegt hij. "De wet loopt altijd achter de realiteit van de samenleving aan. Als blijkt dat er wel iets niet goed gaat moeten we de wet aanpassen."
Naast de vijf Brabantse steden, doen ook Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht mee aan het project.