Boeren krijgen minder fosfaatrechten om mestoverschot terug te dringen: 'Dit doet bijzonder pijn'
Staatssecretaris Martijn van Dam van het Ministerie van Economische Zaken is dit overeengekomen met de sector. Er zijn wel een paar uitzonderingen. Zo zijn bedrijven die voldoende grond hebben in verhouding tot het aantal dieren vrijgesteld van de korting.
Boeren mogen in 2018 alleen melkvee houden als ze daarvoor voldoende fosfaatrechten hebben. Zij krijgen die toegekend op basis van het aantal koeien dat ze op 2 juli 2015 hadden. Volgend jaar worden ze daar dus voor 8,3 procent op gekort. Als een boer meer koeien wil houden, moet hij de rechten van een ander overkopen.
ZIE OOK: Op jacht naar fosfaatrechten of koeien wegdoen? Onzekerheid bij melkveehouders die doorgaan
‘Geen verrassing, wel pijnlijk’
Volgens agrarisch makelaar Jelle Hettinga gaat dit melkveehouders veel geld kosten. “We wisten dat het eraan zat te komen. Dus er is geen groot verrassingseffect, maar het doet wel bijzonder pijn.” Hij denkt dat het kopen van extra fosfaatrechten uit kan komen op 7000 euro per koe. “Dat betekent of koeien wegdoen of zwaar investeren.”
Met de maatregel moet de productie weer onder het maximum van 84,9 miljoen kilo fosfaat komen. Lukt dat niet, dan komt er een extra korting, waarschuwt de staatssecretaris woensdag in een brief aan de Kamer.
60.000 koeien minder
Om het mestoverschot terug te dringen heeft het kabinet eerder al een opkoopregeling ingesteld. Dat moet ervoor zorgen dat er straks 60.000 koeien minder zijn.
De EU heeft sinds 2015 geen melkquotum meer. Het aantal koeien in Nederland nam daarna snel toe, net als het mestoverschot. De EU gunt Nederland al jaren soepele mestregels. Door het overschot dreigde die uitzonderingspositie verloren te gaan.