Statushouders worden opgeleid tot bouwvakker: 'Ik ben blij met deze kans'
“We merken dat in de bouw een enorm tekort aan het ontstaan is van technische mensen”, vertelt directeur Erik Colijn. “We hebben een goede instroom bij de Bouwschool Breda, maar dat voldoet niet aan de behoefte.” De statushouders, op zoek naar een doel, op zoek naar werk komen dag goed van pas.
De heren krijgen zes uur per dag praktijkles, de overige twee uur worden besteed aan Nederlands. Na drie maanden gaan ze buiten praktijkervaring opdoen.
Papieren halen
Zo is er Mo Saaladhjoe. In Iran stond hij in een computerzaak en leerde hij voor architect. Nu zet hij met grote precisie een houten trapje in elkaar. “Ik ben blij dat ik deze kans krijg. Dit is een eerste stap”, vertelt Mo. Hij wil eigenlijk de infrasector in. Met zijn opleiding tot timmerman hoopt Mo de basis te leggen.
Ook Faty Mboyo uit Congo staat met een grote lach zijn tegelvaardigheden te oefenen. Hij werkte al eens in een restaurant, maar hij wil graag een officieel papiertje halen. “Ik ben heel dankbaar, zo kan ik een diploma halen.“
Les Nederlands
Volgens directeur Colijn zijn de verschillen tussen de studenten groot. “De motivatie is echt enorm. Ze staan op tijd klaar, dat hoef je ze niet te leren.” Toch moeten de bouwvakkers in spe van ver komen. “De eerste lessen Nederlands bestaan simpelweg uit het leren van de namen van de gereedschappen."
Het project is een voortraject. Zodra de twaalf statushouders dit afgerond hebben, kunnen ze de volledige opleiding volgen. In de toekomst moeten meer statushouders worden opgeleid tot bouwvakker.