Bijzondere kunekune varkentjes uit Nieuw-Zeeland knorren vrolijk in Haps
Ze springen in het oog als kleine, gezellige dikkertjes. Zó lief, om op te vreten. Maar dat is absoluut niet de bedoeling, zegt fokker Lemmers. “Ze zijn niet geschikt voor consumptie, maar doen het wel uitstekend als gezelschapsdier op kinder- en zorgboerderijen.”
Stripfiguren
Het aaibare uiterlijk danken de varkentjes aan hun vetlaag. Die is zowat twee centimeter dik en dat maakt ze minder geschikt voor de commerciële slacht.
“Ze zien er een beetje uit als varkentjes in een stripverhaal”, vindt Lemmers. “Kunekune betekent in de taal van de Maori’s vet en rond. Dat omschrijft het goed.”
Uitsterven
De oorspronkelijke inwoners van Nieuw-Zeeland lieten de varkentjes gewoon rondscharrelen in hun plaggenhutten. Het zou verklaren waarom de dieren zo tam en sociaal zijn. Ondanks dat vriendelijke karakter leek het kunekune varken langzaam uit te sterven.
Geboortegolf
Daarom is in de jaren negentig van de vorige eeuw in Engeland een fokprogramma gestart. Lemmers doet nu ook vol overgave mee. Op zijn boerderij loopt intussen een volgende generatie rond en een tweede geboortegolf van kunekunes is op komst.