Van adel of toch niet? Op zoek naar je voorouders in het provinciehuis
Vroeger was er nog een zoektocht in stoffige archieven voor nodig. Tegenwoordig is het een stuk makkelijker geworden om achter je familiegeschiedenis te komen. Je moet alleen weten hoe je moet zoeken. De mensen die daarbij kunnen helpen waren vandaag in groten getale aanwezig in het provinciehuis. Onder hen Piet Huvenaars, genealoog van het eerste uur.
Van adel?
Piet zag op zijn 15e een tentoonstelling in zijn dorp, Zeeland. Daar werd een stuk Gildenzilver gepresenteerd met de naam van de Gildenkoning erop. Van Dongen. Zo heette de oma van Piet en meteen was zijn interesse gewekt. "Ik dacht meteen dat er koninklijk bloed in de familie zou zitten. Dat was het uitzoeken wel waard".
Van adel bleek Piet niet te zijn, maar de wil om achter zijn familiegeschiedenis te komen was geboren. Hij werd lid van de Nederlandse Genealogie Vereniging en is dat nu nog steeds. Hij helpt mensen met het uitpluizen van hun stamboom in Oost-Brabant.
Gestrand in 1660
Honderden mensen brachten zaterdag een bezoek aan het provinciehuis. Gewapend met een geboortekaartje of een bidprentje. Zo ook Hans Laurijsse uit Ede. "De 'N' in de achternaam zijn we lang geleden kwijtgeraakt. We zijn van de arme kant", grapt hij. Hij deed al eerder onderzoek naar zijn voorvaderen maar strandde in 1660. Hij hoopt verder terug te kunnen in die geschiedenis met hulp van genealoog Frans Roelvink. Zijn voorouders komen uit West-Brabant, weet hij.
Hobby zonder eind
Piet Huvenaars legt nog maar eens uit hoe bijzonder het werk van een genealoog is. "Het is eigenlijk een hobby waar nooit een eind aan komt. Elke keer als je een persoon gevonden hebt, dan heeft ie weer een vader en een moeder. Dan heb je dus weer twee nieuwe problemen om op te lossen. Dus hoe langer je zoekt, hoe meer werk je hebt", besluit hij lachend.