De gemeente Eindhoven wil na ruim dertig jaar Van Stekelenburg uit de molen hebben. Hij zou de huurverplichtingen structureel niet zijn nagekomen. Zo zou de watermolen onder andere niet vaak genoeg draaien. Ook zou de gehuurde molen volstaan met winkelwaar, waardoor de brandveiligheid in het gevaar zou komen. De rechter oordeelde dat de gemeente daarom het huurcontract mag opzeggen.

Kort geding
Na de uitspraak moest de molenaar binnen twee weken uit de molen vertrekken. "Dat zorgt ervoor dat mijn zaak failliet gaat", vertelt Bernard. Daarom wil hij in hoger beroep tegen de uitspraak. Om dit te kunnen doen zonder eerst de molen te moeten verlaten, spande hij een kort geding aan om te vragen of hij in ieder geval tot die tijd in de Genneper Watermolen mag blijven.

Dat kort geding was maandagmiddag in Den Bosch. De rechter hoorde beide partijen aan en heeft meer tijd nodig. De zaak gaat daarom op 11 december verder. Tot die tijd kan Van Stekelenburg dus blijven zitten.

“Vertrekken om eventueel later weer terug te keren is natuurlijk van de zotte”, legt de molenaar uit. Hij snapt er ook helemaal niks van dat hij geen gelijk kreeg van de rechtbank. “In mijn contract staat dat ik minimaal twee dagen per week moet draaien. Dat doe ik ook. Ik draai zelfs veel vaker, maar het moet dan wel kunnen.”

Onmogelijk
Dat kunnen heeft met de waterstand te maken. Het water moet hoog genoeg staan en niet bevroren zijn. Vooral de juiste waterhoogte lukt niet altijd. “Ik kan vaak maar een half uur draaien en dan is het water op. Ik kan het water ook niet opstuwen, want dat wil het waterschap niet. Dat opstuwen heeft namelijk gevolgen voor de omgeving.”

Wat de molenaar irriteert, is dat er nauwelijks met hem gesproken is over de klacht van de gemeente. “Ik heb in 2014 ooit een brief ontvangen. Toen ik hier later over belde, werd er een beetje lacherig over gedaan en dat is het.”

Tot slot
"Het zou toch zonde zijn als ik moet vertrekken. Niet alleen voor mij, maar er komt dan ook een einde aan het oudste molenaarsgeslacht in Brabant. De zevende generatie Van Stekelenburg wil dolgraag de traditie voortzetten.”