Kees Koolen bijna zelf in stukjes in Dakar: 'Ongeval had dodelijke afloop kunnen hebben'
"Op dag zeven, de eerste dag van de marathon, ging het goed. Op kilometer 180 kwam er een heel lang zandpad met diepe moddergaten", gaat Kees Koolen terug naar het incident. "Met een quad kun je supergoed door de duinen. Waar de eerste week voor iedereen moeilijk was, ging het met de quad heel makkelijk. Maar in de modder is rampzalig, daar kom je bijna niet doorheen."
Koolen ging heel langzaam toen hij hoorde dat een auto hem in wilde halen. "Normaal kijk je om en zie je waar de auto is, maar ik kon niet goed aan de kant. Ik zag een Peugeot en dacht: ik ga naar rechts. Maar voor ik dat kon doen, lag ik naast mijn quad. De zijkant van de quad was kapot, ik heb een half uur liggen sleutelen voor ik verder kon."
'Ik in twee stukken'
Het had voor Koolen erger af kunnen lopen. "Ik heb een blauwe plek. Maar als hij twintig centimeter verder naar links reed, was ik in twee stukken geweest. Dan was ik er niet meer." Niet lang na de aanrijding reed er nog een Peugeot langs Koolen, Stéphane Peterhansel passeerde hem aan de andere kant. "Vol gas. Ik was aardig nat en vies."
Waarom zowel Sainz als Peterhansel niet gestopt is? Koolen heeft geen idee. "Je hebt een groene knop die je in kunt drukken. De tijd die je besteed hebt om iemand te helpen krijg je terug." Dat Sainz niet gestopt is omdat hij niets gevoeld heeft is volgens Koolen onzin. "Dat kan ik me niet voorstellen. Het is gewoon doorrijden na een ongeval wat een dodelijke afloop had kunnen hebben."
Lage straf
Sainz, leider in het klassement bij de auto's, heeft een tijdstraf van tien minuten gekregen. Koolen gaat in beroep tegen de in zijn ogen lage straf, hij schakelt zijn advocaten in om zijn gelijk te halen.
"Als je met 153 een persoon raakt is hij in stukjes. Dat was misschien beter geweest, dan had Sainz of Peugeot niets meer kunnen zeggen. Veel rijders zijn bang, je kunt niets zeggen." Koolen deed dat wel. "Grote kans dat ik nu niet toegelaten zal worden bij wedstrijden, er zal anders naar me gekeken worden. Maar ik ben niet bang. Waarom zou ik?"