Ook Brabantse boeren sjoemelen met aantal kalfjes per koe
Dat laat minister Carola Schouten dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer weten. Voor de bewindsvrouw uit Den Bosch is dat een flinke streep door de rekening. Want eigenlijk wilde ze deze week positief nieuws melden over de sector en het mestprobleem. Volgens voorlopige cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is de uitstoot van fosfaat via mest namelijk gedaald in 2017. Dat is voor het eerst in drie jaar.
Maar de ‘kalveraffaire’ toont opnieuw aan dat de cijfers niet stroken met de realiteit. Volgens minister Schouten zijn de 93 bezochte bedrijven mogelijk het topje van de ijsberg. Ze sluit niet uit dat duizenden boeren creatief aan het boekhouden zijn. “Eind vorig jaar kwamen de eerste signalen binnen. Afgelopen weken is dit scherper in beeld gebracht.”
Volgens een woordvoerder van LNV zijn de fraudegevallen ‘verspreid over het hele land, dus ook in Brabant’. “Het gaat nu om een beperkt onderzoek, we kunnen dus nog geen harde conclusies trekken per provincie.” LNV gaat het onderzoek uitbreiden en zal duizenden bedrijven gaan inspecteren.
Hoe werkt het?
Volgens de wettelijke regels telt een melkkoe voor 1 Groot Vee Eenheid (GVE). Een jonge koe die nog niet gekalfd heeft (vaars) telt voor 0,5 GVE. Op het moment dat een vaars kalft, gaat het melk geven en wordt het een melkkoe van 1 GVE. Door meerdere geboren kalveren aan één moederkoe toe te schrijven, blijven andere koeien geregistreerd staan als vaars. Hoewel het eigenlijk volwaardige melkkoeien zijn, tellen ze volgens de regels maar voor 0,5 GVE. Zo kan een veehouder de cijfers van zijn fosfaatproductie drukken, betaalt hij minder heffing en kan meer melkkoeien houden dan toegestaan.
Meerlingen
Het gesjoemel begon bij de NVWA en RVO.nl op te vallen. Normaal kalft een koe in drie tot vijf procent van de gevallen een meerling. Bij administratief onderzoek door de RVO.nl bleek in 2017 opeens bij 2000 bedrijven het percentage meerlingen boven de tien procent te liggen.
De NVWA ging daarom maandag bij 93 bedrijven langs. Er zijn 29 inspecties uitgevoerd bij bedrijven waarbij het percentage meerlingen boven de tien procent ligt. Daarvan bleken 23 bedrijven te frauderen. Bij 64 bedrijven met een percentage meerlingen tussen vijf en tien procent bleek de registratie bij 22 bedrijven niet te kloppen. Alle frauderende bedrijven zijn direct geblokkeerd. Zij mogen geen dieren meer aan- of afvoeren.
Boetes
Minister Schouten vindt elke vorm van fraude ‘onacceptabel’ en zal overtreders aangeven bij het Openbaar Ministerie. Fraudeurs kunnen rekenen op boetes en naheffingen. "Ik vind het zeer kwalijk dat bedrijven zich inlaten met fraude om zo tot lagere heffingen te komen in het kader van het fosfaatreductieplan. Dat is nota bene een plan van de sector zelf."
De Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) is onaangenaam verrast door de fraude. Een woordvoerder noemt het ‘gerommel in de marge'. “De risico’s zijn enorm en de winst is marginaal”, laat hij aan de NOS weten. LTO gaat het ministerie ondersteunen bij het oplossen van het probleem.
Brabantse Milieufederatie
Volgens de Brabantse Milieufederatie toont deze fraude aan dat er geen toekomst is voor de huidige, intensieve veehouderij. BMF-directeur Selçuk Akinci: "Frauderende boeren pikken de gebruiksruimte in van boeren die wel met respect voor de natuur en de omgeving produceren. De overheid moet nu eindelijk actie ondernemen om definitief een einde te maken aan dit gesjoemel ten koste van natuur, milieu en volksgezondheid."
BMF vindt dat het alleen loont om te investeren in een extensieve, grondgebonden veehouderij, waarin de koeien buiten lopen en niet meer mest produceren dan de Brabantse bodem aankan. Akinci: "Alleen op die manier bouwen we aan een eerlijke en toekomstgerichte veehouderij met draagvlak in de samenleving."