'Doodgewoon meisje' werd ambassadeur in Pakistan, maar man en kinderen mochten niet mee
“Hoewel van huis uit de middelen niet echt voorhanden waren, kon ik toch studeren”, vertelt Ardi al roerend door haar kopje sterrenmuntthee. Ze is de jongste uit een gezin van vier. Op haar achttiende verliet ze de provincie en verhuisde ze naar Nijmegen om te studeren. “Ik ben er eigenlijk gewoon zo ingerold. Via stages ben ik uiteindelijk bij het ministerie van Buitenlandse Zaken terechtgekomen en daar zit ik nu nog steeds.”
‘Voordeel dat ik vrouw ben’
Eerder werkte ze al op ambassades in Thailand (1998-2001), in Zwitserland (2001-2005), Albanië (2007-2010) en Zambia (2010-2013). Op Zwitserland na vrijwel allemaal ‘exotische’ landen voor een meisje uit een doodgewoon Brabants gezin. “Maar dat spreekt me enorm aan vanwege mijn achtergrond en interesse in ontwikkelingssamenwerking.”
Maar nog nooit was Ardi ook echt zelf ambassadeur. Tot vorig jaar een ambassadeursfunctie vrijkwam in Pakistan. “Op het laatste moment zegde de beoogde kandidaat af en het heeft ook wel in mijn voordeel gewerkt dat ik vrouw ben, omdat de overheid een betere verhouding tussen mannen en vrouwen wil.”
‘Soms wel een beetje eenzaam’
Al die jaren dat Ardi in het buitenland werkte, was ze daar samen met haar gezin. Maar sinds september woont ze gescheiden van haar man en twee kinderen. “Op die ambassadeurspost is de aanwezigheid van familie niet toegestaan, omdat het er te onveilig is. Bovendien zouden mijn kinderen daar ook sociaal geïsoleerd leven, dus mijn gezin meenemen, was eigenlijk ook geen optie.”
Ondertussen leven haar man en haar kinderen thuis in Nederland, in Den Haag. “Dat is ook wel een bewuste keuze, omdat we afgesproken hebben dat er altijd een ouder voor de kinderen moet zijn.” Naar eigen zeggen is dat de prijs die ze betaalt om het werk te kunnen doen dat ze zo interessant vindt. “Maar in de weekenden voel ik me daardoor wel soms wat eenzaam.”
'Gezellig op de koffie'
In het café komt de ober een tweede kopje thee brengen. “Dat is het fijne aan Brabant: het is hier gemoedelijk, de mensen zijn gastvrij en groeten elkaar nog.” Ardi’s moeder van 85 woont nog altijd in Liempde, op zo’n honderd meter van Het Wapen van Liempde. Maar even gezellig bij haar op de koffie gaan, zit er niet zomaar in. “Dat is wel jammer, want het werk gaat ook gewoon door.”
Haar ouders hebben Ardi altijd aangemoedigd om te studeren en na te leven waar ze zo van droomt. Maar daardoor is er ook maar spaarzaam familiecontact. Haar moeder is ‘supertrots’ op haar dochter, maar vindt ze het wel jammer dat ze haar kleinkinderen zo weinig ziet. “Maar gelukkig is er met de tegenwoordige technologie zoveel mogelijk. Ik heb haar laatst een tablet cadeau gegeven, dus elke week videobellen we minstens twee keer.”
Opnieuw kiezen
Het ambassadeurschap in Pakistan duurt twee jaar. Over een half jaar moet Ardi opnieuw kiezen wat ze wil: weer in het buitenland werken of op post in Nederland. “Dat vind ik een lastige keuze, want ik vind het erg leuk! Het wordt hoe dan ook geen Noorwegen of zo, het land moet me wel wat uitdagingen bieden.”
Nederland als logeeradres
Hoewel Ardi Brabantse en Nederlandse is, voelt het hier niet als haar thuis. “Ik betrapte mezelf er laatst op dat ik zei nu thuis te logeren! Hoewel mijn gezin natuurlijk in Nederland leeft, is mijn thuis daar waar ik werk.”
Op de vraag waar Ardi over een jaar of vijftien - richting de pensioengerechtigde leeftijd – is, antwoordt ze: “Ik denk in Australië waar mijn man vandaan komt. Hij heeft zoveel voor mij opgeofferd en moet zijn familie en leven in de buurt van Melbourne ook al twintig jaar missen. Dus ik denk dat we oud worden in Queensland, in het warmere deel van het land. Maar we komen best nog wel eens terug naar Brabant, hoor!”
Na het tweede kopje thee is het tijd voor haar volgende afspraak. Ze groet de ober met ‘Houdoe!’. Al werkt ze dus al jaren in het buitenland en woont ze al jaren niet meer in Brabant, het Brabanderschap is kennelijk voor altijd.