Provinciebestuurder test wandelroute en loopt 160 kilometer... in twintig etappes
De Zuiderwaterlinie was een belangrijke verdedigingslinie om Fransen en Spanjaarden tegen de houden in de 16e en 17e eeuw, maar er zijn maar weinig Brabanders die de verborgen pareltjes op de route nog kennen. Door de jaren heen zijn ze namelijk tussen de natuur verborgen komen te liggen, maar de provincie zorgt er nu voor dat ze weer tot leven komen.
Om de toekomstige wandelroute al te ontdekken loopt Henri Swinkels vast de tocht van 160 kilometer. Dat doet hij niet in één keer. Gedurende twintig weken legt hij iedere week een stukje van de route af. Vooral de verhalen over die plekken interesseren hem en daarom loopt er telkens iemand anders een deel met mee om hem over de omgeving te vertellen.
"De mensen die in de buurt van deze plekken wonen of er opgegroeid zijn kunnen vaak de mooiste verhalen erover vertellen. Ik hoop veel van die mensen te ontmoeten en daardoor achter de bijzondere verborgen verhalen van de plekken te komen", aldus Swinkels.
Tekst gaat door onder video
Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed
De provincie probeert de linie dit jaar extra op de kaart te zetten voor het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. In juni wordt de Zuiderwaterlinie al in de kijker gezet door een indrukwekkende parachutesprong. Tientallen parachutisten, waarvan een groot aantal van defensie, zullen tegelijk uit vliegtuigen springen boven de Zuiderwaterlinie.
Swinkels loopt het laatste deel van de route in september en eindigt dan in Grave. Vanaf dan zal de route ook open zijn voor publiek. De waterlinie is 165 kilometer lang, maar dat pad zal zo'n 200 kilometer lang worden.