'Je moet niet per ongeluk een slangetje doorknippen', Heike knipt al 35 jaar ziekenhuispatiënten
Het grote verschil tussen een 'gewone kapster' en Heike is haar manier van werken. "Wij zijn er voor de mensen zelf en voor de aandacht voor hun haar. Ook als ze daar moeite mee hebben. Mensen zijn blij dat ze even weg zijn van de afdeling. Als je ondanks alle ellende een lach op hun gezicht kunt toveren, voel ik me erg tevreden."
'Ziekenhuiskleurtje'
Heike wil dat haar klanten zich bij haar weer even 'normaal' voelen. "In het ziekenhuis zie je er toch iets vervelender uit. Je ziet vaak wit en je hebt echt zo’n ziekenhuiskleurtje. Daarom plak ik af en toe de spiegels af of ik draai gewoon de stoel om. Als klanten daarna het eindresultaat zien, voelen ze zich vaak al een stuk beter."
De blijdschap van klanten die zich een totaal ander mens voelen als ze naar buiten lopen, vindt Heike het mooiste aan haar vak. Al komen niet al haar klanten naar haar toe. Soms moet ze hen knippen terwijl ze nog in een ziekenhuisbed liggen. "Dan moet je niet per ongeluk een slangetje doorknippen", lacht ze. "Je moet best lenig zijn om daaromheen te werken."
Soms luisteren, soms niks zeggen
"Je moet er toch wel feeling voor hebben en er al je ziel en zaligheid in leggen. De mensen hier zijn vaak heel kwetsbaar. Je moet goed aanvoelen wat mensen willen. Soms moet je luisteren en soms moet je gewoon niks zeggen en alleen maar doen." Zelf kan Heike alle emoties van patiënten goed naast zich neerleggen. "Ik ben een positief mens. Als dat niet zo was, had ik het waarschijnlijk niet zo lang volgehouden."
Toen de Roosendaalse in 1983 aan de slag ging in het ziekenhuis, was dat best even wennen. "In het begin moest ik wel even slikken. Maar langzamerhand kijk je nergens meer van op." In de afgelopen vijfendertig jaar heeft Heike een hele hoop zien veranderen in het ziekenhuis. "Mensen liggen tegenwoordig minder lang, dus je moet daar wat vlugger op inspelen. Dat is weleens moeilijk. Zeker als er drie op hetzelfde moment geknipt willen worden."