Het is de dag van de lintjesregen, hoe is dat zo gekomen? [GESCHIEDENIS]
Voor de oorsprong van deze onverslijtbare traditie (ze zijn er gelukkig nog) moeten we ruim tweehonderd jaar teruggaan in de tijd, zo weet Martine van Grieken. Zij is directeur van de Kanselarij der Nederlandse Orden.
”Het is eigenlijk in 1815 begonnen met de instelling, door de toenmalige Koning Willem I, van de Militaire Willems-Orde. Later zijn de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau er bijgekomen. Het systeem dat we nu hebben, met lintjes die worden uitgereikt rondom de verjaardag van een Koning of Koningin, is ontstaan tijdens het regentschap van Koningin Wilhelmina. "
'Belangrijke wijziging'
Aanvankelijk waren die vooral voor mensen, die bijvoorbeeld veertig jaar ambtenaar waren of gedurende zo’n periode bij een ander bedrijf werkten.
“In 1995 is een belangrijke wijziging doorgevoerd. Toen is vastgesteld dat meer moet worden gekeken naar de verdiensten die een persoon heeft gehad voor de samenleving. En over zeker een jaar of vijftien. Soms ook korter, maar dan wordt de afweging gemaakt hoe waardevol zijn of haar inbreng is geweest. En of er inzet is geweest voor meer organisaties of instellingen. Het zijn vooral die vrijwilligers die in aanmerking komen voor de benoeming tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.”
Aanvragen indienen bij burgemeester
Decorandi in spe kunnen door iedereen worden voorgedragen, maar verzoeken moeten wel breed worden gedragen. Aanvragen kunnen worden ingediend bij de burgemeester in de woonplaats van degene die een lintje zou verdienen. Daarna volgt een beoordeling door de medewerker van de commissaris van de Koning(in) en de commissaris zelf. Vervolgens is het de beurt aan de Kanselarij der Nederlandse Orden waar tien tot twaalf medewerkers alle aanvragen beoordelen. Uiteindelijk hakken het Kapittel voor de Civiele Orden en de diverse ministers de knoop door, waarna de Koning(in) het goedgekeurde verzoek ondertekent. Voor deze Lintjesregen of, zoals het ook wordt genoemd, deze Algemene Gelegenheid zijn bijna 3.300 voorstellen beoordeeld. Over iets meer dan 11 procent (375) is een negatief advies uitgebracht.
“De meeste aanvragen komen al jaren uit Zuid-Holland en Brabant. Waarom zoveel in Zuid-Holland? Dat zal met de bevolkingsdichtheid te maken hebben. En Brabant? Het zal verband houden met het sterke verenigingsleven, de maatschappelijke betrokkenheid en de rol die carnaval, schutterijen en de kerk spelen in de samenleving. De inzet is belangeloos en dat maakt deze traditie ook zo bijzonder.”
'Vaker vrouwen voordragen'
Ook dit jaar zal het aantal vrouwen en minderheden achterblijven. Martine van Grieken heeft er niet direct een verklaring voor. “Ik vind het zelfs raar, omdat mannen en vrouwen even actief zijn als vrijwilliger. Het zou inderdaad mooi zijn wanneer mannen vaker vrouwen voordragen.”