Romijn Conen kreeg een herseninfarct: 'Ik leer te rouwen want ik ben mezelf verloren'
Romijn is onder meer bekend van de Amstel-reclames, de films Liever Verliefd en Zusje en de tv-serie Flikken Maastricht. Aan dat alles is een snel einde gekomen.
“We hadden net de eerste try-out van ons nieuwe stuk achter de rug. Ik als hoofdrolspeler, mijn vrouw Nanna al regisseur", vertelt Conen in het Omroep Brabant-programma Brabants Bont. "Samen reden we in Hengelo naar ons logeeradres. Ik reed en voelde toen opeens dat er iets niet goed was. Ik begon te brabbelen. Het bleek een herseninfarct te zijn, veroorzaakt door een klein wondje in mijn halsslagader dat ik eerder op het toneel had opgelopen.”
'Ik leer rouwen, ik ben mezelf verloren"
Drie maanden daarvoor was hij getrouwd. Hij was druk bezig als acteur. Zijn leven lag 'op schema', maar sinds die herseninfarct is alles anders. Zijn loopbaan als acteur is voorbij. “Gelukkig heb ik mijn spraak terug en lopen lukt ook, met behulp van een wandelstok. Mijn rechterhand kan ik nog niet gebruiken, maar ik blijf hoopvol, want er is nog steeds herstel.”
Het is soms confronterend te beseffen wat hij niet meer kan. "Op het moment dat ik mijn herseninfarct kreeg, was ik mijn huis aan het verbouwen. Dat kan ik nu niet meer. Ik zit momenteel nog midden in het acceptatieproces. Met hulp van een therapeut leer ik te rouwen. Ik ben mezelf namelijk verloren."
De man van voor het ongeval is hij niet meer. "Dat is zeer moeilijk. Ik ben blij dat ik weer wat kan werken. Dat ik een kind heb sinds vier maanden. Maar ik merk wel: ik ben een man met één hand en een halve voet. Maar ik ben er nog wel."
'Ik ben gelukkiger dan eerst'
Nu is hij 'cultuurverbinder' in Boxtel. "Daar zijn een heleboel culturele partijen, maar die hebben weinig contact met elkaar, vindt de gemeente." Conen is de verbindende partij. "Ik ben een beetje aan het peilen. Welke partijen zijn er allemaal? Wat speelt hier? Ik heb achttien uur per week om dat voor elkaar te krijgen, dus daar ben ik nog mee bezig."
Hij moet wel zorgen dat hij voldoende rust. "Rond halfeen moet 'de stekker er even uit'. Anderhalf uur mag je niet met me praten. Dan ben ik ergens op een zolder, zogezegd, en trek ik me terug. Daarna kan ik weer alles doen wat ik wil." In Nijmegen revalideert hij, een traject dat nog in volle gang is. "Ik denk nog steeds dat ik nog beter kan worden. Maar dat ik een man ben met gebreken, daar moet ik mee leren leven."
Sterker nog, en dat klinkt raar, maar na het ongeluk acht hij zichzelf gelukkiger dan daarvoor. "Ik maak een aantal dingen mee per dag nu. Het zijn minder dingen dan eerst. Maar nu zie ik in dat ik mijn kind heel erg kan waarderen en hoe ik bijvoorbeeld kan lachen met mijn vrouw. Ik neem meer tijd. Dat gebeurt gedwongen, maar alsnog, ik heb meer tijd."