Jo schreef piepkleine briefjes aan zijn geliefde Riek en smokkelde die in kurken naar Kamp Vught
Jo en Riek waren onderwijzers, toen in 1940 de oorlog uitbrak werden ze actief in het verzet. Beiden kwamen terecht in Kamp Vught. Jo wist te onvluchten, Riek zou later overlijden in het concentratiekamp Ravensbrück.
Kurkenpost
Na zijn ontsnapping duikt Jo onder. Vanuit zijn onderduikadres schrijft hij piepkleine briefjes aan zijn Riek. Die verstopt hij in de kurken van bessensapflesjes, die in voedselpakketten naar Kamp Vught worden gestuurd.
Klein popje
Vanaf 2019 is in een nieuwe expositie ook een klein popje te zien, dat Riek maakte tijdens haar gevangenschap in Kamp Vught. Het fragiele popje is 17 centimeter hoog en gemaakt van ijzer, hout een stukje kampkleding en een plukje van Rieks eigen haar.
Het popje was bedoeld voor Jo. Onder haar arm draagt ze een klein boekje met de tekst: "Hopelijk kom ik gauw in een andere jurk naar je toe." Het popje werd na Jo's overlijden in 2014 aan het museum geschonken.