Spulletjes in deze kist zijn misschien nog van Wilhelmina geweest en zijn nu te zien in een museum
Het verhaal van de kist begint bij Johan Verbeek Wolthuys, kabinetschef van de koningin. Hij zou eigenlijk aan het begin van de Tweede Wereldoorlog met koningin Wilhelmina mee vluchten naar Engeland, maar hij miste letterlijk de boot”, vertelt Ebben. “De dingen die mee naar Engeland zouden gaan, werden in de duinen verbrand.”
De kabinetschef is teruggegaan naar zijn werkkamer en die van de koningin. “Daar heeft hij spullen van hem en de koningin die van waarde waren in de kist gedaan en daarna is hij ondergedoken”, zegt de verzamelaar. “In Zeist heeft hij met een andere naam een nieuw bestaan opgebouwd.”
De zoon van Johan Verbeek Wolthuys kocht in 1969 in Groeningen een huis. De kist bleef daar op zolder tot kleinzoon Peter hem schonk aan Tonnie. “Peter wist wel dat die kist daar stond. Maar dat het zo apart, exclusief en verzamelwaardig was, wist hij ook niet.”
In de kist zaten foto’s, enveloppen en andere voorwerpen. Zoals een zakje met knikkers. “We weten niet of deze knikkers van Juliana, Irene of Beatrix zijn. Maar ze zaten in de kist. Ze hebben zeer waarschijnlijk toch iets met het koninklijk huis te maken”, vertelt Tonnie.
Het meest bijzondere voorwerp vindt Tonnie een envelop met Japanse tekens. “Dit is een rouwbrief van de Japanse keizer aan koningin Wilhelmina toen Emma overleed. Dit is echt zo bijzonder. De Japanse keizer heeft hem vast gehad, de koningin heeft hem vastgehad en nu heb ik hem vast. Dat voelt wel heel apart.”
De inhoud van de kist en de kist zelf staan nu tentoongesteld in het museum van Tonnie. “Ik ben blij dat het boven water is gekomen. De kleinzoon zag er niet zoveel in dus eigenlijk was het bijna weer verloren gegaan. Gelukkig hebben we het gered. Nu zal het altijd bewaard blijven.”