Rabia wil jonge asielzoekers met haar Afghaans restaurant een thuis bieden, 'een springplankje'
Zelf weet de geboren Afghaanse maar al te goed hoe het is om op te groeien in een vreemd land. Als kleuter kwam Rabia met haar familie naar Nederland. Maar Rabia was niet alleen. “Mijn ouders hebben ons behoed voor angsten en problemen”, legt ze uit. Voor de jonge alleenstaande asielzoekers, die ze nu samen met haar familie op weg wil helpen, is dat volgens haar heel anders.
“Helden”, noemt ze hen. “Ze komen thuis. En zitten vervolgens alleen.” Rabia wil ze deel uit laten maken van de maatschappij. “Ze kansen bieden door hen opnieuw vertrouwen te geven”, vertelt ze. Op alle gebieden heb je een achterstand wanneer je vanuit een vreemd land naar Nederland komt. “Dat betekent dat je moet rennen, waar anderen lopen”, weet ze uit eigen ervaring. Zo kun je de achterstand op taal- en cultuurgebied volgens haar dichten.
'Neem je zusjes mee'
Als voorbeeld van een cultuurverschil dat haar altijd is bijgebleven, vertelt ze het verhaal dat ze als meisje van acht jaar voor het eerst bij een Nederlands vriendinnetje mocht gaan spelen. Blij en opgetogen vertelde ze het tegen haar moeder. Die vervolgens zei 'Neem je zusjes mee. Leuk’. De moeder van haar vriendinnetje keek echter wat vreemd op toen Rabia vervolgens met haar twee zusjes voor de deur stond.
“Ik dacht dat alleen Rabia zou komen spelen”, zei ze. En Rabia kon wel door de grond zakken. En dat gevoel heeft ze eigenlijk nog steeds nu ze het verhaal twintig jaar later opnieuw vertelt. Het is haar altijd bijgebleven. En juist daarom kan ze zich zo goed verplaatsten in die jonge alleenstaande asielzoeker die het hier alleen moet zien te redden.