Marlies en Sandra over de werkdruk als kraamverzorgster: 'Je voelt je constant opgejaagd'

6 juni 2018 om 12:41
nl
Marlies uit Rijen en Sandra uit Someren stopten allebei noodgedwongen met werken als kraamverzorgende in loondienst. De werkdruk was veel te hoog en de balans tussen werk en privé verdwenen. “Je voelt je constant opgejaagd”, aldus Marlies.
Profielfoto van Frances Vermeeren
Geschreven door
Frances Vermeeren

Marlies werkte tien jaar als kraamverzorger voor twee verschillende organisaties. Vooral de regeltjes en zogenoemde wachtblokken, de uren waarin je als kraamverzorger paraat moet staan voor het geval een vrouw bevalt, braken haar op.

“Een wachtblok duurt normaal gesproken 8 tot 24 uur”, vertelt ze. “Dan moet je binnen drie kwartier bij een bevalling zijn. Maar ik kan niet met een knip met mijn vingers mijn kinderen wegtoveren en gaan rijden. En het kost klauwen met geld om je kinderen preventief weg te brengen.” 

‘Je voelt je verantwoordelijk’
Vrij nemen zat er vaak ook niet in. “Mijn man had zijn sleutelbeen gebroken en ik had toen net een kind. Hij kon zelf zijn broek niet dicht doen. Zelfs toen kon ik geen vrij krijgen. Mijn baas zei: ‘Ik kan wel iemand die in de ziektewet zit naar jou toe sturen die dan voor je man zorgt’.”

“Maar je doet het, want anders komt er iemand met een baby thuis zonder hulp”, gaat Marlies verder. “Je voelt je zo verantwoordelijk dat je eigenlijk stiekem heel veel van je privéleven wegcijfert.” Ze zag veel collega’s daarom in de ziektewet komen met een burn-out.

Werkweigering
Dat geldt ook voor Sandra, die als zelfstandige kraamverzorger verder ging. “Ik ken een collega kraamverzorgster die al 21 dagen aan het stuk aan het werk was en ook nog ’s nachts op wacht moest staan. Toen ze na 21 dagen zei dat ze niet meer kon, kreeg ze een officiële waarschuwing voor werkweigering.”

Sandra is alleenstaande moeder en kon in loondienst de wachtdiensten niet combineren met kinderopvang. “Onmogelijk.” Ook nu nog werkt ze vaak meer dan acht dagen achter elkaar, maar nu bepaalt ze als zzp'er zelf wat ze wel en niet aan kan. “Ik moest soms om halftwee ‘s nachts naar een gezin. Dan ben je om halfvier klaar. De volgende dag moet je dan om half acht weer terug naar het gezin”, zegt Sandra. “Als zelfstandige kan ik nu vaker nee zeggen.”

Warm hart voor de kraamzorg
Net als veel andere kraamverzorgenden, dragen Sandra en Marlies hun vak een warm hart toe. De twee denken dan ook het liefst in oplossingen. 

“Je kunt ouders verplichten om een cursus te volgen tijdens de zwangerschap zodat ze voorbereid zijn op de baby”, suggereert Sandra onder meer. “En wil je dat jonge mensen weer kiezen voor het vak dan moet je het salaris verhogen en fulltime contracten geven.” 

Marlies vindt zogenaamde ‘duobanen’ een goed idee. In plaats van een kraamverzorgende op acht dagen, twee kraamverzorgenden op acht dagen. “Want als dit zo doorgaat ben ik bang dat wij over een jaar of tien geen kraamzorg meer hebben”, besluit Marlies.

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.