Brabantse wielrenners rijden dit jaar beter in de Tour door onderzoek TU/e
Dat gebeurde in de grootste windtunnel van de wereld. 46 meter lang is hij. Er werd gekeken naar de luchtweerstand op verschillende plekken in een peloton van 121 renners.
Professor Bert Blocken legt een van de resultaten uit. "Wat je vaak ziet is dat de drager van een gele of roze trui aan de zijkant fietst en het blijkt nu dat dat helemaal geen goede plek is. Aerodynamisch zou achteraan in het midden de beste plek zijn. Als het peloton vijftig kilometer per uur rijdt, kan het op die plek als twaalf kilometer per uur aanvoelen."
Nieuwe cijfers
Uiteraard was al wel bekend dat het op bepaalde plekken in het peloton makkelijker trappen is. Het onderzoek van de universiteit geeft nu alleen nieuwe cijfers, zodat de wielerploegen nieuwe berekeningen kunnen maken.
Wielerploeg Team Lotto Jumbo hielp mee aan het onderzoek. De resultaten zijn dan ook als eerste met hen gedeeld. In dat team zitten de Brabanders Steven Kruijswijk, Lars Boom en Timo Roosen. Zij staan volgende week aan de start van de Tour de France. Het advies van professor Blocken:
"Het belangrijkste is dat de kopmannen wegblijven van de zijkanten. Dit is een positie met een lage luchtweerstand en genoeg zicht op wat er vooraan gebeurd."