Boer Rik voelt zich lamgeslagen door tegenstrijdige regels: 'Ik weet bij god niet waar te beginnen'
Het melkveehoudersbedrijf van Lagendijk ligt aan de Toekomstweg in Diessen en is al meer dan honderd jaar in de familie. Drie jaar geleden ging het roer om: er kwam een nieuwe innovatieve stal voor 250 koeien. De dieren hebben nu veel meer ruimte, bijna alles is geautomatiseerd en er zou minder stikstof worden uitgestoten.
Een stal volledig naar wens van de provincie, zou je zeggen. Maar die keuze van toen om dier- en milieuvriendelijk te worden zorgt nu voor ontzettend veel zorgen.
Koeien teveel en koeien te weinig
De stal is zo nieuw dat er nog geen vergunningen voor bestaan. Daarom kreeg het de status van ‘proefstal’, zodat hij toch kon worden gebouwd. Met een voorwaarde: de stal moet worden getest.
Die test is alleen geldig als de stal vol staat, legt de boer uit. “Maar ik kán en mág geen volle stal van 250 koeien hebben, omdat we met de fosfaatregeling zitten.”
1,2 miljoen euro
De EU heeft een hoeveelheid fosfaat vastgesteld die Nederland mag uitstoten. Fosfaat zit in dierlijke mest, zoals dat van koeien. Nederland dreigde over die grens heen te gaan en dus moesten er maatregelen worden genomen. Daarom kwam de Rijksoverheid met de fosfaatrechtenregeling. Voor elke koe moet de boer fosfaatrechten hebben.
Lagendijk heeft nu voor 150 koeien fosfaatrechten, terwijl hij 200 dieren in de nieuwe stal heeft staan. Wil hij zijn stal testen dan moet hij er dus 50 koeien en fosfaatrechten over 100 koeien bij hebben. In totaal komt dat neer op 1,2 miljoen euro. “Dat geld heb ik gewoon niet.”
De provincie wil ook nog wat
En dan wil de provincie ook nog dat alle stallen in Brabant in 2022 diervriendelijk zijn. Voor de boer uit Diessen betekent dit dat hij binnen een jaar een vergunning moet hebben om zijn oude stal, die naast zijn nieuwe stal staat, te verbouwen.
“Maar het innovatieve stalsysteem speciaal voor jongvee dat ik daarvoor in wil zetten, bestaat nog niet”, verklaart Lagendijk. “Het is onmogelijk om binnen een jaar een nieuw stalsysteem te ontwikkelen en daarvoor een vergunning te krijgen. Dan wordt het snel lapwerk en krijg je een stal die je eigenlijk niet wilt.”
Lagendijk ziet weinig perspectief voor zijn bedrijf als er niets verandert. “Er zijn de afgelopen drie jaar zo veel regels op ons afgekomen dat ik bij god niet weet waar ik moet beginnen. We zijn lamgeslagen. Het verandert ook zo snel, dat je het niet kan bijhouden. De landelijke fosfaatregeling heeft veel invloed en als daar niets aan verandert is het doel van de provincie om in 2022 alleen maar milieuvriendelijke stallen te hebben sowieso niet haalbaar.”
Stand van zaken volgens de provincie: op koers
En zoals het verhaal van Lagendijk, zijn er nog vele anderen in Brabant. Provinciale Staten bespreekt vrijdag de stand van zaken van de zogenoemde transitie in de melkveehouderij. Volgens de provincie ligt het plan ‘op koers’.
Maar waar komt die positiviteit vandaan, als er zo veel boeren zijn in Brabant met vergelijkbare problemen als Lagendijk? Gedeputeerde Anne-Marie Spierings antwoord dat het zwaartepunt en uitwerking van de maatregelen nog moet komen in 2019 en 2020. “En natuurlijk ga ik graag met de boeren in gesprek die tegen problemen aanlopen.”