De provincie heeft aan 29 gemeenten gevraagd om de veiligheid te verbeteren. Tijdens het onderzoek kwam al naar voren dat op sommige plaatsen in gebouwen langs het spoor de brandmeldinstallatie buiten gebruik was of dat een vluchtweg geblokkeerd was. Gemeenten waar dat soort zaken werd ontdekt, moesten onmiddellijk maatregelen nemen.

Niet overal vluchtwegen
Volgens de provincie heeft het merendeel van de onderzochte gemeenten wel voldoende oog voor de veiligheid op het spoor waar gevaarlijke stoffen over gaan. Maar er is ook nog heel veel niet op orde. Adviezen van veiligheidsregio’s worden niet altijd gevolgd. Zo zijn er niet overal vluchtwegen. Er zijn ook niet langs alle trajecten zogenoemde opvanggoten, die moeten voorkomen dat een gevaarlijke vloeistof zich verspreidt.

Geen brandkranen
Gebouwen langs de spoorlijnen zijn meestal wel op orde. Ze hebben speciaal brandwerend glas en een ventilatiesysteem dat kan worden uitgeschakeld als er een gifwolk nadert. Daarbuiten is er nog wel het een en ander mis. Op sommige plekken langs het spoor zijn geen brandkranen. Soms is het spoor bijna niet te bereiken voor de brandweer.

Een ander probleem is volgens de provincie de communicatie. Mensen die in de buurt van de spoorlijnen wonen is niet verteld wat ze moeten doen als er een ongeluk met gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

De provincie erkent dat de regels rondom beveiliging ingewikkeld zijn. De 29 gemeenten die aan de slag moeten krijgen dan ook vooral handvatten over hoe ze dat moeten doen.

Reden voor onderzoek
De belangrijkste reden waarom de provincie het onderzoek liet doen is het feit dat er tot 2024 wordt gewerkt aan het spoor in Duitsland. Daardoor kunnen er minder treinen over de Betuweroute en die gaan dan door Brabant.