Slangenarend voelt zich thuis in De Biesbosch, geen exotische slangen maar kikkers op het menu

13 juli 2018 om 14:45
nl
“Een bijzonder boeiende vogel”, typeert boswachter Jacques van der Neut de slangenarend die al een week verblijft in Nationaal Park De Biesbosch. “Na de zee- en visarend hebben we er een derde soort bij.”
Profielfoto van Corné Verschuren
Geschreven door

Van der Neut is enthousiast en met hem een grote groep vogelliefhebbers. “Vanuit de wijde omtrek komen de vogelaars naar het park om de roofvogel te spotten. Ik heb er vanochtend zo’n vijftig vogelaars geteld.”

De slangenarend huist normaliter in het zuiden van Europa, maar wil nog weleens iets noordelijker zijn heil zoeken. “Met name de jonge vogels die nog niet hebben gebroed leiden een zwervend bestaan. Ze zijn al eerder gezien in het Noordoosten van ons land, maar deze slangenarend heeft de Biesbosch uitgekozen en is al een aantal keren waargenomen, onder meer in de Noordwaard.”

Fel gele ogen
En dat is met een lengte zeventig centimeter en een spanwijdte van 180 centimeter ook niet heel verwonderlijk. Van der Neut schat in dat de arend een ‘tweedejaars vogel’ is. “Een volwassen slangenarend heeft fel gele ogen en een soort van donderbruine ‘bivakmuts’. Verder hangen ze stil in de lucht (‘bidden’), hangen hun klauwen uit en duiken dan op hun prooi.” 

In zuidelijke landen voeden de slangenarenden zich met slangen en reptielen. “Dat is kaassie hoor voor deze vogels, maar die staan hier niet op het menu. Gelukkig hebben ze een breed voedselspectrum. Een verzwakte vogel, muis of kikker gaat er ook wel in.” Wanneer de roofvogel weer naar zuidelijke oorden vertrekt is onduidelijk. “Voorlopig zijn we blij met zijn aanwezigheid.”

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.