Dijken scheuren door de droogte, maar controleurs maken zich nog geen zorgen
"Hé Pieter, kom hier eens kijken. Dit is wel een behoorlijke", roept Jack Poppelaars tegen zijn collega Pieter Pruijsen. Samen lopen de controleurs over de dijk bij de jachthaven van Drimmelen. Ze komen de ene scheur na de andere tegen. Jack steekt de meetstok in de scheur, Pieter noteert in zijn tablet: 20 centimeter diep, 8 centimeter breed.
Klei
"Dit is een dwarsscheur, zoals we dat noemen. Die ligt dwars op de dijk. Dit is best zware klei. En als het erg droog wordt, krimpt de klei en dan krijg je scheuren."
Iedere week komen de controleurs terug om de scheuren te meten en afwijkingen in de gaten te houden. Het ziet er verontrustend uit. Maar Jack maakt zich nog geen zorgen: "Zolang het gras op de dijk nog groen is, lig ik er niet wakker van.
Geen veen
We weten natuurlijk hoe onze dijken in elkaar zitten. Het zijn dijken van klei, niet van veen. Die zijn veel kwetsbaarder bij droogte. En we hebben een goed team waarmee we de dijken goed onderhouden."
Kan de dijk breken? "Ja dat kan", zegt Jack Poppelaars, "maar dan moet het wel heel erg zijn. Als je een dijk hebt op een ondergrond van veen met heel grote scheuren en er is heel hoog water, in het najaar. Maar dat komt bijna nooit voor. En dat is ook niet het geval. We hoeven niet bang te zijn voor natte voeten, we kunnen rustig slapen."