Er zijn geen nieuwe fietspaden aangelegd, maar bestaande wegen zijn als het ware aan elkaar geknoopt. De route is bijna 550 kilometer lang en loopt van Cadzand naar Vaals. Zo slinger je constant tussen de Nederlandse en Belgische grens en kom je voorbij 23 monumenten uit de Eerste Wereldoorlog.

Bij de Achelse Kluis, De Sint-Benedictusabdij, hebben ze de grensdraad nagebouwd. 'Dat is een heel bijzonder plekje', vertelt Jeroen Neus van Stichting Verhalis. 'De dodendraad ging door de kloostermuur. Ze hadden een stuk muur afgebroken en zijn dwars door de kloostertuin gegaan.' De paters werden hierdoor verbannen naar de Nederlandse kant omdat Nederland neutraal was tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op de dodendraad stond tweeduizend volt spanning en hij werd geplaatst door de Duitsers zodat de Belgen moeilijk naar Nederland konden vluchten.

Duizend doden
Jeroen: "In België werd honger geleden en veel gesmokkeld. Ook moesten de Belgische jongens vaak onder dwang werken van de Duitsers en sommigen probeerden dat te ontvluchten. Er vielen zo'n duizend slachtoffers door de dodendraad. De meesten overleefden het niet. Als je geluk had, was je alleen je hand kwijt, maar vaak was je meteen dood. Je kookt helemaal van binnen, alles verbrandt dan."

Om de geschiedenis levend te houden gaan Belgische en Nederlandse leerlingen van 75 scholen uit het grensgebied de komende tijd krokussen planten langs de dodendraadroute.