Sluizen minder vaak open om waterstand op peil te houden; schepen moeten samen door sluis
De Brabantse kanalen krijgen hun water via België uit de Maas. Omdat de waterstand in de Maas laag is, moet het in het kanalenstelsel worden gepompt. Om dat water zo efficiënt mogelijk te gebruiken, wordt er minder geschut. Schutten is het doorlaten van de schepen door een sluis. Schippers moeten dus wachten tot er meer schepen liggen te wachten. Dan pas mogen ze, allemaal tegelijk, door de sluis varen. De wachttijd kan dan oplopen tot vier uur.
Geduld is een schone zaak
“Een half uur lig ik er nu”, zegt een schipper. “Het zal in totaal wel een uurtje duren. Het is niet anders.” “Ik heb geluk”, zegt een andere schipper. Hij is net met een collega de sluis in gevaren. "Wij varen samen op en kunnen daardoor redelijk snel weer verder.” Hij blijft er rustig onder. "Wat moet je anders?" Volgens de bemanning wordt er zoveel mogelijk rekening gehouden met de beroepsvaart.
De Brabantse sluizen worden aangestuurd door een centrale in Tilburg. Daar proberen ze de scheepvaart zo goed mogelijk te laten doorstromen en tegelijk het water vast te houden.
Tijd zat
“Wij hebben bij een vorige sluis twee uur moeten wachten", zegt een Duitse toeriste op een plezierjacht. “Het is geen probleem”, vult haar man aan. “We hebben vakantie.”