Maarten van der Weijden blikt terug op pijnlijke monstertocht: 'Er zit een grens aan mijn lijden'

21 augustus 2018 om 18:36
nl
Dat Maarten van der Weijden een bovenmenselijke prestatie heeft geleverd zal niemand ontkennen. Maar hoe kijkt de zwemmer uit Waspik zelf terug op zijn tocht der tochten? “Het was zwaar. Ik heb echt wel geleden”, blikt hij terug in een interview met Omroep Brabant.
Profielfoto van Youssef Zerrouk
Geschreven door
Youssef Zerrouk

Pijn is het belangrijkste thema in dat interview. Pijn en lijden. “Het was zwaar. Zondagochtend dacht ik dat ik het geen veertig uur zou volhouden: dat haal ik gewoon niet. Toen pas begreep ik voor het eerst dat aan mijn lijden ook een grens zit.” 

Bekijk hier het hele interview:

Wachten op privacy instellingen...

Maar waar zijn grens precies ligt, weet hij nog steeds niet. “Dat is de ellende van de belofte dat je alles geeft. Wat is dan alles? Want door die tocht heen krijg je meer en meer pijn, dus wat is dan alles? En hoever ga je dan door? Vooraf dacht ik al: ‘je gaat niet stoppen omdat je pijn hebt’.”

Wat die pijn nu precies inhoudt kan hij niet goed omschrijven. ”Het is niet een specifieke spier. Het is een soort van algehele uitputting. Moeilijk te beschrijven, het is een soort proces in je hoofd. Het is niet zozeer het lijden op het moment, maar vooral het vooruitzicht van nog meer lijden.”

Tactiek
Om dat lijden een beetje tegen te gaan, had hij een tactiek om zichzelf vooruit te helpen. “Ik loog mezelf eigenlijk gewoon voor. Want ik kreeg steeds tussenstanden en –tijden door. En elke kilometer zei ik tegen mezelf: ‘als ik een kilometer verder ben, dan is het pas fijn!’ En dat kun je dus 163 kilometer volhouden.”

Dat hij het doel van 200 kilometer niet heeft gehaald, stemt hem niet somber. “Ik heb daar geen moment onvrede over gevoeld. Ik had het als doel, maar had ook in gedachten dat het misschien niet zou lukken. Ik wilde mijn stinkende best doen. Dat heb ik gedaan tot 163 kilometer.”

En ook dat zijn arts hem uit het water haalde, vindt hij niet erg. “Ik vond het oké om te stoppen toen de arts dat zei. Ben ook heel trots dat hij die keuze kon maken. Dat lijkt me toch moeilijk terwijl het hele land meeleeft en meekijkt.

Energie
Dat het publiek meekeek, daar kon hij niet omheen. Normaal is de sporter erg in zichzelf gekeerd en bezig met zijn inspanning, maar nu kwam het publiek hem in zulke grote aantallen aanmoedigen dat hij daar juist energie van kreeg. “Na een tijd was het zo massaal. Het was zo overweldigend dat ik merkte dat het me ook soort van hielp. Als ik juist af en toe zwaai en contact maak merkte ik dat ik daar energie van kreeg.”

De 200 kilometer haalde hij niet, maar het echte doel haalde hij wel. “Ik wilde aandacht genereren voor onderzoek naar kanker en dat is boven verwachting geweldig gelopen”, zegt hij met een glimlach.

En die lach gaat ook niet van zijn gezicht als hij naar de nabije toekomst kijkt. “Ik ben de afgelopen maanden echt niet de leukste vader geweest, dus nu ga ik lekker tijd aan mijn gezin besteden.” En dat doet hij terwijl hij gaat genieten van een smakelijk hapje. “Er komt zo Chinees aan!”

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.