Knokken voor designmuseum en meer rijksgeld voor cultuur in Brabant
Het 'Regioprofiel BrabantStad' is belangrijk. Al vele jaren klaagt ook Brabant dat het rijk bij het verdelen van geld voor kunst en cultuur weinig rekening houdt met Nederland buiten de Randstad. Het rijk wil dat veranderen en heeft de regio's opgeroepen met plannen te komen.
Lappendeken
De regelingen voor kunstsubsidies in Nederland zijn een grote lappendeken. Het rijk, de provincies én de gemeenten hebben allemaal een eigen manier van werken en eigen adviescommissies.
Het vandaag verschenen Brabantse plan is ambitieus. Er staan plannen op een rijtje voor talentontwikkeling, internationalisering, cultuureducatie en de zoektocht naar nieuw publiek. Opvallend is ook het idee om één adviescommissie in te stellen voor provinciale én gemeentelijke kunstsubsidies.
Hoe snel kan het anders?
Grote vraag is hoe snel het systeem van kunstsubsidies kán veranderen. Het ziet ernaar uit dat de regio's heel verschillende plannen naar Den Haag gaan sturen. Het landelijk systeem is nu gebaseerd op het verdelen van geld over bestaande instellingen. In Brabant zijn dat bijvoorbeeld Het Zuidelijk Toneel en de Philharmonie Zuidnederland.
Om aandacht te krijgen voor provinciebrede idealen als internationalisering en talentontwikkeling moet het dus heel anders. Dat is in het verleden al eerder vastgesteld maar ondanks die onvrede, ook in de landelijke politiek, blijkt het tamelijk lastig om dingen echt te veranderen.
Wil iedereen een nieuw designmuseum?
Aan het stuk hebben de Brabantse steden meegeschreven. Al eerder is ook gezegd dat samenwerking van die Brabantse steden nodig is om meer Haags geld voor cultuur naar Brabant te krijgen.
De vandaag verschenen profielschets levert meteen een mooie toetssteen voor de samenwerking. Staan álle steden achter een designmuseum in Eindhoven terwijl de provincie al zo'n museum heeft dat door de stad Den Bosch wordt betaald?