Bisdom Den Bosch: 'Aantijging dat oud-bisschoppen wisten van seksueel misbruik bevat weinig nieuws'
Volgens het bisdom Den Bosch worden in het artikel van de NRC vooral zaken, hoe vreselijk ook, opgerakeld uit het verleden. “Het overzicht stemt niettemin treurig.” Op een aantal beweringen valt het een en ander af te dingen, aldus de woordvoerder van het bisdom Den Bosch.
Zo benoemde Antoon Hurkmans in 2004 een omstreden priester tot pastoor in Helmond. Terwijl de oud-bisschop volgens de NRC wist dat deze man twee jaar eerder afgetreden was als directeur van de bisschoppelijke priesteropleiding na beschuldigingen van verkrachting en handtastelijkheden bij jongens.
Minderjarigen
“Het stuk geeft zo ruimte om te veronderstellen dat bisschop Hurkmans een priester tot pastoor heeft benoemd die was beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag of zelfs verkrachting van minderjarigen. In werkelijkheid had de betreffende klacht over deze priester betrekking op een vermeend seksueel grensoverschrijdende gedraging jegens een andere meerderjarige."
Het vergrijp zou hebben plaatsgevonden begin jaren negentig toen de priester in kwestie nog geen priester was, aldus het bisdom. "In 2002 is er melding gedaan, maar dat heeft niet geleid tot indiening van een formele klacht.”
Ook de aantijgingen aan het adres van voormalig bisschop Ter Schure trekt het bisdom in twijfel. De NRC schrijft dat hij als jonge priester tussen 1948 en 1953 een leerling misbruikte in een jongensinternaat in Ugchelen. "Dat is zeer onwaarschijnlijk, zoals onderzoek van kerkhistoricus Ton van Schaik in 2011 heeft aangetoond. Ter Schure woonde in de genoemde periode niet in Ughcelen. Hij verbleef van 1947 tot juli 1951 in Italië en daarna in 1951 en 1952 in Den Haag en Rijswijk", licht de woordvoerder toe.
Herderlijk schrijven
Het artikel van de NRC komt nog geen week na een herderlijk schrijven van het bisdom Den Bosch. Daarin vraagt de huidige bisschop Gerard de Korte zijn parochianen om de katholieke kerk trouw te blijven. Aanleiding voor de brief waren nieuwe onthullingen over omvangrijk seksueel misbruik van minderjarigen binnen de katholieke kerk in de Verenigde Staten en Australië.
"We kregen signalen dat deze verhalen veel gelovigen hebben geraakt en verdriet hebben bezorgd", aldus de woordvoerder. Volgens hem zijn er na het onderzoek door de commissie Deetman andere procedures ingesteld. Deze moeten ervoor zorgen dat slachtoffers erkenning krijgen en tegelijk voorkomen dat er nieuwe slachtoffers vallen.
De commissie-Deetman kwam in 2011 met een rapport van 1200 pagina's. Daaruit bleek dat in katholieke instellingen van 1945 en 1981 tussen tien- en twintigduizend kinderen zijn misbruikt. Dat vergrijp was bekend binnen de ordes en bisdommen, concludeerde de commissie destijds.