Video

'Amper eten, plaspauze of tijd om heftige emoties te verwerken', zware dienst nekt ambulancebroeders

24 september 2018 om 15:30
nl
Het ambulancepersoneel komt steeds verder in de verdrukking door de zware diensten. De hulpverleners kunnen amper naar de wc, krijgen nauwelijks tijd om te eten en er is geen ruimte om na een heftig incident even bij zinnen te komen. Daarom voeren ze vanaf maandag twee weken actie voor minder werkdruk en een beter loon.
Profielfoto van Alice van der Plas
Geschreven door

De diensten van ambulancebroeders Marcel van Ruth en Bram Bastiaansen leveren een goed beeld hoe zwaar hun werk is. Beide broeders rijden al 16 jaar met de ambulancewagen. Een prachtig vak, vinden ze, waarbij 'geen dag hetzelfde is'. 

Maar de laatste jaren komen Marcel en Bram steeds meer in de knel tijdens hun diensten. Hoe druk is zo'n dienst dan eigenlijk? En wat komen ze allemaal tegen? Hieronder hun logboek.  

 

  • 22:30 uur: Marcel heeft nachtdienst, maar begint altijd een half uur eerder. Hij komt op de post, kleedt zich om en controleert de ambulance in zijn eigen tijd.
  • 22:45 uur: Marcel meldt zich een kwartier voor aanvang van zijn dienst aan, zodat de ambulance om 23:00 uur klaar is om meteen te rijden. Hij meldt zich ook vroeger aan zodat zijn voorgangers niet tegen het einde van hun dienst nog op een melding af moeten. Marcel krijgt meteen te horen dat er een ambulance te weinig is voor die nacht. Hij weet dat hij het druk krijgt. 
  • 22:50 uur: Marcel en zijn collega krijgen hun eerste rit. Een meisje is van de trap gevallen en heeft een dikke enkel. Niet iets waar je meteen 112 voor belt, maar toch is dat gebeurd. "En als 112 is gebeld, moet ik er naar toe." Marcel zwachtelt de enkel van het meisje in en stuurt haar door naar de huisarts. 
  • 23:30 uur: Marcel krijgt meteen een nieuwe oproep. Een man is plotseling door zijn benen gezakt. Hij is niet aanspreekbaar. Hij heeft die dag een onderzoek in het ziekenhuis gehad. Marcel brengt hem met spoed terug. "Als je iemand moet onderzoeken en naar het ziekenhuis moet brengen, ben je daar wel anderhalf uur mee bezig."
  • 01:00 uur: Marcel heeft nog geen nieuwe melding, maar hij moet wel in zijn auto blijven. Hij parkeert de ambulance op een strategische plek in Eindhoven en daar wachten ze.

 

Wachten op privacy instellingen...

 

  • 01:30 uur: Twee dames hebben het iets te vrolijk gemaakt in het centrum en zijn allebei met de fiets gevallen. Een van hen heeft een sneetje op haar hoofd. Marcel maakt het schoon en overlegt met de huisarts, de vrouw kan terecht op de huisartsenpost.
  • 02:00 uur: In Eindhoven heeft een auto een lantaarnpaal uit de grond gereden en vervolgens twee of drie andere auto's geraakt. Marcel komt kijken maar de inzittenden van de auto zijn op de vlucht geslagen. Er zijn verder geen gewonden dus Marcel kan verder met zijn volgende spoedrit. Na elke melding moet Marcel een digitaal 'rittenformulier' invullen. "Eigenlijk mag pas daarna je volgende melding beginnen, maar daar is nooit tijd voor. We vullen het in terwijl de ambulance met spoed op weg is naar de volgende melding."
  • 02:05 uur: Een vrouw heeft gebeld dat haar man versuft is. Marcel maakt een hartfilmpje en prikt bloed. De man blijkt een slaaptabletje te hebben genomen zonder dat de vrouw op de hoogte was.
  • 03:30 uur: Nog een vrouw die in paniek is om haar licht dementerende man, die 'alles heeft laten lopen'. Marcel maakt een hartfilmpje, verschoont de man, trekt hem een pyjama aan en brengt de man naar het ziekenhuis.
  • 05:15 uur: Marcel kan even naar de post in Helmond. Hij vult de hulpmiddelen in de ambulance aan, want hij en zijn collega hebben van alles en nog wat gebruikt. Maar er komt meteen weer een nieuwe melding binnen. Het is niet duidelijk wat er aan de hand is. Vaak komt onderweg meer informatie binnen. Dit keer is het loos alarm en kan Marcel omkeren. "Dit gebeurt bij 1 procent van de meldingen, meestal moet je er echt helemaal naar toe om erachter te komen dat er niets aan de hand is."
  • 05:45 uur: Marcel kan terug naar de post maar tankt eerst nog even. Dan werkt hij zijn administratie af. Alle formulieren van de diensten moeten binnen vijf dagen ingeleverd zijn. Marcel heeft nog niets gegeten maar vanwege zijn diabetes doet hij dat nooit in de nacht. Zijn collega heeft snel een paar boterhammen naar binnen gepropt. 
  • 06:30 uur:  Marcel is klaar met zijn dienst. Vaak kan hij meteen gaan slapen. Soms ook niet. Dan is de dienst te heftig geweest. Even met de hond gaan lopen, helpt hem om alles te verwerken. Als het echt te gortig is geweest, zijn er wel eens tranen aan de keukentafel, terwijl de rest van het huis nog slaapt. 

 "Binnen drie uur kun je enorme pieken en dalen beleven. Dan maak je bijvoorbeeld een infuus voor de huisarts die een euthanasie gaat uitvoeren. Je staat met de familie in de woonkamer en dan moet je meteen weer weg voor je volgende melding. Wat zeg je dan? Sterkte? Goede reis? Dat zijn echt hele moeilijke ritten."  

  

  • 06:45 uur: Bram Bastiaansen meldt zich aan voor zijn vroege ochtenddienst. Bram komt altijd op de fiets. "Dan kan ik na mijn dienst altijd alles van me aftrappen. Ik kom heel bewust op de fiets."
  • 07:30 uur: Bram is naar de post in Deurne gereden om in die regio snel bij een noodgeval te kunnen zijn. Hij wil eigenlijk zijn administratie bijwerken, maar terwijl hij de computer opstart, krijgt hij een melding. Bram moet een patiënt van Someren naar Geldrop brengen voor de neuroloog. Niet echt een spannend ritje. 
  • 09:00 uur: Een vrouw is door het lint gegaan. Ze heeft te veel medicijnen ingenomen. Haar partner vindt haar op de bank. Bram overweegt de traumahelikopter op te roepen. "Wij kunnen een buis aanbrengen om de luchtweg vrij te maken (intuberen, red), maar als een patiënt verslapt moet worden, schakelen we de helikopter in. Die heeft een arts aan boord met de juiste medicatie." De helikopter wordt uiteindelijk niet opgeroepen, de rit met de ambulance naar het ziekenhuis is sneller.
  • 10:30 uur:  Bram vult de auto opnieuw aan in Helmond en rijdt daarna weer naar Deurne. Hij moet een 98-jarige man reanimeren. Een tweede ambulance komt erbij. Dat is altijd nodig bij een reanimatie. Een ambulancebroeder doet de reanimatie, een collega houdt bijvoorbeeld de luchtwegen vrij, een andere collega doet de medicijnen en een collega zorgt voor de brancard. Bram moet meteen door naar een andere reanimatie in een verpleeghuis. De patiënt overlijdt. Bram vangt een stagiaire op die van streek is. Het is de eerste keer dat ze iemand dood heeft zien gaan. 
  • 13:30 uur:  Bram gaat terug naar de post. Hij tankt en doet administratie. Maar hij is op tijd terug en dat is een uitzondering. Bram kan zelfs even met zijn collega's praten. "Mijn collega's zie ik eigenlijk nauwelijks." Maar de dienst viel mee. Bram hoeft op de fiets naar huis niet zoveel van zich af te trappen.

"Voor verwerking tijdens de dienst is er weinig tijd. Je kunt wel een code rood geven als je er echt mee wilt stoppen. Maar dan moet midden in de nacht een heel opvangteam worden opgeroepen. Dat doe je ook niet zomaar. Je kunt eigenlijk niet een keer om een paar minuten adempauze vragen. Dan staat er een ambulance stil en dat kan niet."

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.