De dodendraad komt tot leven: basisschoolleerlingen spelen geschiedenis Eerste Wereldoorlog na
Tijdens de Eerste wereldoorlog was de grens tussen Nederland en België potdicht. De Duitsers hadden langs die grens een draad gespannen die onder hoogspanning stond. Tweeduizend volt stond er op en wie de draad aanraakte overleefde het zelden. Daarom wordt deze draad ook wel dodendraad genoemd.
Spionnen en smokkelaars
Er vielen ruim duizend doden. Jeroen Neus van Stichting Verhalis: "Hij stond er voornamelijk om oorlogsvrijwilligers tegen te houden, bijvoorbeeld Belgen die wilden gaan vechten aan het front, maar ook voor spionnen en smokkelaars. In Nederland hadden we veel meer goederen omdat Nederland neutraal was tijdens de Eerste Wereldoorlog."
Snode plannen
De Duitsers wilden met de dodendraad voorkomen dat de Belgen naar het neutrale Nederland vluchtten, maar er werden trucjes bedacht om toch de grens over te steken. Een speciale trap of een raamwerk dat tussen de draden geplaatst kon worden. Basisschoolleerlingen uit Budel, Hamont en Achel ervoeren hoe het was om die grens over te steken met een raamwerk:
Om de geschieden levendig te houden worden er op de grens krokusbloembollen geplant door scholieren. In totaal gaan er 150.000 bollen de grond in. Uiteindelijk moet dat een lint worden van 75 kilometer.