Pleegmoeder van baby Hannah: 'We hebben altijd gezegd dat er zaken niet klopten'
Na de ontvoering van Hannah startten de Jeugdbescherming Brabant (JBB) en jeugdzorgaanbieder Combinatie Jeugdzorg een eigen onderzoek. Vanwege de ernst van de situatie en de complexiteit van de zaak werd een extern voorzitter aangesteld. De conclusies van de onderzoekers werden aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJV) gestuurd.
Uit de brief die in handen is van Omroep Brabant blijkt dat er veel mis ging. Zo moesten de pleegouders bijvoorbeeld zelf veiligheidsafspraken maken met de wijkagent. Bij de twee organisaties waren er bovendien geen afspraken over de omgang met een geheime plaatsing zoals die van baby Hannah.
Rozemond: "Dit voelt wel als een steun in de rug. We hebben altijd gezegd dat zaken niet klopten. Zo was ons eerst niet gezegd dat er een dreiging tot ontvoering was, anders hadden we het niet gedaan. We hebben namelijk nog een dochtertje. En de biologisch ouders mochten niet weten waar we woonden. Maar er was wel een bezoekregeling, waarbij ze Hannah twee keer per week konden zien. We liepen samen naar binnen en buiten. We hebben bij jeugdzorg gemeld dat ze ons zo konden volgen. We kregen echter als reactie dat er geen reden tot zorg was. Ze dachten dat er geen kans op ontvoering was."
Het zit Rozemond wel dwars dat jeugdzorg de kritische bevindingen uit hun eigen onderzoek niet openbaar wilde maken. "De conclusies staan in een brief van 21 augustus, die kregen we na aandringen pas op 5 oktober. In de tussentijd bleven de instanties maar zeggen dat ze niets fout hadden gedaan, terwijl ze allang beter wisten."
Gevolgd
De pleegouders klopten het laatste jaar verschillende keren aan bij jeugdzorg, bijvoorbeeld toen ze merkten dat een 'mannetje van de vader' hen volgde en dat hun adres bekend was. "Een enge gedachte. We hebben jeugdzorg geadviseerd om met de ouders te gaan praten. Er werd een gesprek gepland, maar toen kwamen de ouders niet opdagen. Een tweede afspraak kwam er niet, alles verdween in het luchtledige."
Op 26 februari 2018 gebeurde dat waar de pleegmoeder al zo bang voor was. Na een bezoek aan de supermarkt werd de Maxi-Cosi waar Hannah in zat uit haar handen gegrist. Nadat Hannah ontvoerd was, werd ze snel in Duitsland teruggevonden. Haar pleegouders namen haar mee terug. Het zit Rozemond ontzettend dwars wat er daarna gebeurde.
"De volgende dag hadden we een gesprek met jeugdzorg. We moesten Hannah toen achterlaten. Dat was traumatischer dan de ontvoering zelf. De instellingen zeiden later dat we Hannah zelf niet mee naar huis wilden nemen, maar dat is niet waar. Opmerkelijk genoeg ontbreken alle rapporten hierover, die krijgen we niet."
Verantwoordelijkheid afschuiven
Hannah ging intussen van pleeggezin naar pleeggezin. "We hadden haar graag wilden houden tot er meer duidelijkheid was over haar definitieve toekomst. De ouders zitten vast, dus er was ook geen gevaar meer voor ons of onze eigen dochter. "
Rozemond en haar partner zouden graag opnieuw een pleegkindje opnemen. Jeugdzorg zou hier echter voor zijn gaan liggen, omdat de pleegouders kritiek hadden geleverd in de media. "Pas toen in de media naar buiten kwam dat jeugdzorg ons hierin tegenwerkte, kregen we opeens een brief waarin stond, dat ze juist graag met ons samenwerken. Ik heb er echter weinig vertrouwen in, dat dit in de praktijk ook zo is."
In een reactie laten Jeugdbescherming Brabant (JBB) en jeugdzorgaanbieder Combinatie Jeugdzorg weten dat ze niet in willen gaan op alles wat er na de ontvoering is gebeurd. Volgens Rozemond is er dit najaar een onderzoek naar de gebeurtenissen na de ontvoering gestart. "Dit was geen onderdeel van het eerdere onderzoek, en het vervolgonderzoek loopt nog."