Mestfabriek op industrieterrein Oss tóch kansrijk, provincie draait besluit gemeente terug
Met deze ongebruikelijke stap wil het provinciebestuur zijn mestbeleid veiligstellen. Vorige maand kwam dat in gevaar toen Oss een verbod afkondigde voor grootschalige mestverwerking op een van de bedrijventerreinen in de gemeente. De gemeenteraad ging unaniem akkoord met het daartoe gewijzigde bestemmingsplan.
Daarmee trok Oss een streep door de plannen van Gedeputeerde Staten. De provincie ijvert juist voor meer ruimte op geschikte locaties om mest te verwerken. Dat zijn in de ogen van het provinciebestuur veehouderijen die ter plekke hun eigen mest bewerken én bedrijventerreinen met de juiste milieucategorie voor grootschalige mestbewerking.
Protesten
Een van die beoogde bedrijventerreinen is Elzenburg-De Geer in Oss. Dat is wat betreft de milieucategorie en de ontsluiting voor weg- en watertransport geschikt voor mestbewerking, aldus de provincie.
De mogelijke komst van een mestverwerkingsfabriek stuitte afgelopen jaren op veel verzet van de Ossenaren. De inwoners kregen daarbij de gemeente aan hun zijde die vervolgens het bestemmingplan van het bedrijventerrein aanpaste.
LEES OOK: Bewoners nieuwbouwwijk in Oss protesteren bij gemeentehuis tegen komst mestverwerkingsbedrijf
Het ingrijpen van de provincie staat volgens Gedeputeerde Staten los van de vergunningsaanvraag van OOC BV voor een mestverwerkingsinstallatie op Elzenburg-De Geer. Ook zonder die aanvraag zou het provinciebestuur zijn mestbeleid hebben verdedigd, beweren Gedeputeerde Staten in hun verklaring van dinsdag.
500.000 ton drijfmest
Aanvankelijk zou de grote mestfabriek met een capaciteit van 500.000 ton drijfmest per jaar in Landhorst komen. Daar was zodanig veel verzet tegen dat de initiatiefnemers een andere plek gingen zoeken en in Oss terechtkwamen. Volgens de provincie begint de beoordeling van een vergunningsaanvraag overigens pas als OOC BV deze indient. Dat is nog niet het geval, aldus een woordvoerder van het provinciebestuur.
Raad van State
Oss kan het ingrijpen van de provincie aankaarten bij de Raad van State en vragen om een voorlopige voorziening. Daarmee wordt de maatregel van de provincie tijdelijk geschorst. Het is niet bekend of de gemeente daarvan gebruik gaat maken.