Brabant heeft er een probleem bij: één op drie vakantieparken dreigt te verloederen
Dat blijkt uit een onderzoek dat is gedaan in opdracht van de provincie. Ondanks dat onheilspellende perspectief floreert de Brabantse vrijetijdssector als nooit tevoren. Er verdienen 63.000 mensen een boterham in en de waarde voor de Brabantse economie wordt berekend op ruim twee miljard euro. Bijna 45 procent van de Brabantse vakantieparken is vitaal en een aantal behoort bij de landelijke top. Bijna de helft van de recreatieondernemers heeft bovendien investerings- en uitbreidingsplannen.
Goed mis
Maar met een derde van de Brabantse vakantieparken is het goed mis. In onderzoekersjargon heet het dat die 'niet meer voldoen aan de wensen van de gast'. Er is volgens de onderzoekers geen enkele kans dat die parken in de toekomst nog toeristen zullen trekken. Ze liggen meestal op slechte locaties.
“We hebben parken bezocht die jaren geleden tot de top behoorden, maar waar al jaren niet meer in is geïnvesteerd. Vaak speelt ook het ontbreken van bedrijfsopvolging een rol”, zegt Annelies de Witte, onderzoeksleider bij ZKA Leisure Consultants. Het bureau onderzocht de vitaliteit van vakantieparken in meerdere provincies.
LEES OOK: Leny Poppe trok als burgemeester van Zundert vooral de aandacht toen ze camping Fort Oranje sloot
Eigen boontje doppen
“Brabantse ondernemers onderscheiden zich door passie en gedrevenheid; ze doppen graag hun eigen boontjes. Dat zorgt voor vernieuwing, maar de keerzijde is dat ze soms ook op zoek gaan naar alternatieve verdienmodellen wanneer het toerisme terugloopt,” aldus De Witte.
In de praktijk betekent dat volgens de onderzoekers dat de recreatiebedrijven vooral plekken worden waar arbeidsmigranten wonen. De onderzoekers vermoeden dat een aantal parken ten prooi is gevallen aan ondermijnende criminaliteit. “Veel bedrijven worden dagelijks bestookt met huisvestingsvragen. De verleiding kan dan heel groot zijn, maar de weg terug naar een gezond recreatief bedrijf wordt steeds moeilijker”, aldus de onderzoekers.
Saneren en slopen
De provincie liet het onderzoek uitvoeren als een van de vervolgacties op het rapport ‘Ondertussen in het buitengebied’ uit mei 2017. Daarin stond al dat leegkomende boerenschuren en recreatieparken mogelijk vrijplaatsen voor ongewenste activiteiten zouden kunnen worden. De situatie rondom de leegkomende stallen stond al op het netvlies van de provincie.
Nu is duidelijk dat het met eenderde van de recreatiebedrijven ook de verkeerde kant op dreigt te gaan. “En net als bij de vrijkomende agrarische bedrijven is niet voor elk vakantiepark een gezond toekomstperspectief weggelegd. Dat betekent dat je ook na moet denken over saneren en sloop. Om daarmee ruimte te maken voor kwaliteit en om de kwetsbaarheid van ondernemers te verkleinen. Dat is een complexe opgave“, aldus Van Merrienboer.