Victor van den Bogert maakt voor het oog van zijn familie debuut voor Willem II
Natuurlijk was de winst en het bereiken van de volgende ronde belangrijk, maar Van den Bogert zal deze wedstrijd vooral herinneren omdat hij zijn officiële debuut heeft gemaakt. Na afloop klonk 'jij krijgt die lach niet van mijn gezicht' door het stadion, dat was bij Van den Bogert ook zo.
"Het is mooi om je debuut te maken in het eerste van Willem II. Ik kom uit de eigen jeugd. Dan heb je een droom om te debuteren in het eerste en uiteindelijk basisspeler te worden. Ik ben enorm blij dat ik mijn debuut heb mogen maken.”
Ambitie
Van den Bogert liep samen met Elmo Lieftink terug richting de reservebank, niet wetend of hij in mocht vallen. “Je gaat nergens vanuit, dat kan alleen maar tot teleurstelling leiden. Toen zei de trainer dat ik er in zou komen. Hartstikke mooi, mijn familie op de tribune. Een mooi moment.”
De negentienjarige verdediger kwam op elfjarige leeftijd over van het Bredase Baronie. “Ik kwam hier als jonge jongen naar toe. Ik ben heel warm ontvangen. Achteraf ben ik heel erg blij dat ik me hier heb mogen ontwikkelen. Het is een fijne en warme club met fijne mensen.”
Peters klopt op de deur
Ook Jordens Peters stapte met een lach van het veld. Op 4 november 2017 raakte Peters geblesseerd. Hij moest lang revalideren. “Bijna een jaar geleden. Natuurlijk ben ik al een hele tijd met de groep aan het trainen en heb ik bij het tweede wat wedstrijden gespeeld. Maar dit is het echte werk. Het is leuk op een bijveldje waar niemand kijkt. Maar je wil dat er publiek kijkt, dat er leven in de brouwerij is. Dat is waar je naar hunkert.”
Peters klopt steeds nadrukkelijker op de deur bij Koster, volledig fit zal hij dat nog harder doen. “Ik denk dat hij de hele deur eruit moet halen”, zegt de verdediger lachend. “Nee, ik heb nog steeds een paar procentjes te winnen. Maar we hebben nu gezien dat ik deze wedstrijden gewoon kan spelen. Dat ik er sta als ze me nodig hebben. Soms moet je op je beurt wachten. Maar ik begin wel steeds fitter te worden. En als ik fit ben dan ben ik hier om te spelen, niet om op de bank te zitten.”