Stuifmail zondag 11 november: sponszwam, kolibrievlinder, grauwe schildwants en gouden schalebijter
Speciale sponszwam
Op de foto van Jacky Smits zie je een grote sponszwam die heel apart blauw gekleurd is. Grote sponszwammen komen in dit deel van het land veel voor, want ze groeien op zandgronden in open naaldbossen. Je kan ze vooral vinden in september en oktober aan de voet van grove dennenstammen, maar ook op stompen. Wat minder vaak kom je ze tegen op de lariks, fijnspar en Douglasspar. September en oktober zijn de hoogtijdmaanden voor deze sponszwammen, maar in principe groeien ze in onze bossen van juli tot december. De grote sponszwam - die lijkt op een spons of een bloemkool - is normaal gesproken geel tot donker geelbruin, niet blauw. Vermoedelijk zit er een schimmel op de grote sponszwam, maar dat moet ik nog uitzoeken.
Kolibrievlinder
Op de wazige foto die ik kreeg van Clazien Wagtmans kan ik toch heel duidelijk een kolibrievlinder ontdekken. Ik snap dat het fotograferen van zo’n vliegensvlugge kolibrievlinder niet gemakkelijk is. Kolibrievlinders zijn eigenlijk nachtvlinders, maar ze zijn ook dagactief. Ze komen als trekvlinders ieder voorjaar vanuit Zuid-Europa naar Nederland en na voortplanting trekken de meeste vlinders in het najaar weer terug naar het zuiden. Kolibrievlinders gedragen zich exact hetzelfde als kolibries. Ze hangen snel vleugelklappend in de lucht stil voor bloemen en met hun lange roltong zuigen ze de nectar op. Overigens lijkt ook die lange roltong een beetje op de kromme snavel van de kolibrie vogel.
Grauwe schildwants
Op de foto van Marand zie je duidelijk een wants, maar het is niet de bladpootwants want dit diertje heeft geen verdikking bij de achterpoten. We hebben hier te maken met een soort die er wel op lijkt: dit is de grauwe veldwants ofwel grauwe schildwants. Grauwe schildwantsen kunnen maximaal zestien millimeter groot worden. Ooit waren deze wantsen in Brabant zeldzaam, maar dat is niet meer zo. Je komt ze meer en meer tegen en ze klimmen tegen alles omhoog, zelfs tegen ramen. Ze zoeken in onze huizen - net zoals de bladpootwantsen en de lieveheersbeestjes - een geschikte plek om te overwinteren. Dit doen ze het liefst op droge en donkere plekken. Ze zijn zeker niet gevaarlijk.
Gouden schalebijter
Op de hand van Hans van Veen zie je nog wat restanten van een kever, maar het is wel een bijzondere. In principe komt deze kever, de gouden schalebijter, voor in de kleigebieden. Toch kunnen we hem hier tegenwoordig ook tegenkomen, want zo langzamerhand verspreidt deze kever zich ook in andere delen van ons land. De gouden schalebijter heeft zijn naam vooral te danken aan de gouden randen aan zijn dekvleugels. Op het menu van deze kever staan slakken, regenwormen en insectenlarven. Het is een echte rover - uit de familie van loopkevers - en deze is vermoedelijk zijn meerdere tegengekomen... Als ik mag gokken is dat dan een zandloopkever geweest.
Lindeblad met gallen van de galmijt
De familie Sens stelt een vraag over bladeren met steeltjes. Dit zijn altijd wat lastige vragen als je niet gezien hebt hoe die bladeren met steeltjes er echt uitzien, maar mijn eerste gedachte gaat uit naar een gal. In dat geval heb je verschillende soorten die dit veroorzaken bij lindebomen, namelijk galmuggen en galmijten. Aangezien de familie Sens het over een soort steeltjes heeft, denk ik aan een galmijt, die je kan zien op de foto. Galmijten hebben enkel gallen op de bladeren staan, maar doen verder niets. De gaatjes waar de familie Sens het verder over heeft, hebben dus niets met die galmijten te maken. Die worden veroorzaakt door een andere soort, vermoedelijk om een lindebladwesp. “Door een stevige bemesting met een kalkrijke meststof kan de bladconditie verbeterd worden waardoor minder vervroegd bladval op zal treden”, adviseert een vriend van mij. Wellicht helpt het, maar je kunt ook gaan kijken op de website van Ecostyle.
Koperwiek
Kees Vanger maakte een filmpje van een koperwiek. Dit is een lijster met koperrode 'oksels', die vallen op tijdens hun vlucht. Koperwieken zijn karakteristieke broedvogels en houden zich veelal op in de naaldbossen van Scandinavië. Ze zijn alleen in september tot mei in Nederland te zien, vooral op besdragende struiken in parken en tuinen en op weilanden die grenzen aan hagen en bosjes. Koperwieken hoor je in oktober overtrekken. Met een scherp en lang 'psriiiihhhh' houden de vogels contact met elkaar. Ze trekken met miljoenen over Nederland, soms enkele dagen of zelfs één dag.
Wintertijd verstoort nachtdieren in de zomer
In het recente debat over de keuze voor het afschaffen of behouden van de zomer- of wintertijd is vooral aandacht besteed aan maatschappelijke en economische gevolgen. Over de gevolgen voor de natuur werd echter gezwegen. Onterecht, volgens de vleermuisdeskundigen Herman Limpens en Kamiel Spoelstra. Door een keuze voor wintertijd zullen nachtdieren in de zomer vaker en langer verstoord worden door kunstlicht.
Nederlands milieubeleid krijgt een onvoldoende van het Europees Hof
Nederland doet te weinig tegen te veel stikstof in de natuur, laat het Europees Hof weten in een verstrekkend arrest. Gesterkt door die uitspraak gaan milieuorganisaties de vergunningen van kolencentrales aanvechten.
Natuurtip
Zondag 18 november wordt een dialoogwandeling georganiseerd in de duinen. Deze begint om tien uur 's ochtends en duurt tot halfeen 's middags. Deze maand is het 'Maand van de Dialoog'. Centraal staat het opdoen van inspiratie, het delen van ervaringen en het ontwikkelen van jezelf. En waar kan dat nou beter dan in de natuur? Terwijl je je verwondert over de pracht van de Loonse en Drunense Duinen ga je in gesprek met andere deelnemers. Deelnemers wordt geadviseerd stevige wandelschoenen aan te doen, kleding aan te doen die past bij het weer van die dag en zichzelf achteraf altijd op teken te controleren.
Aanmelden kan hier.