Was wraakvader Mario Haazen een uitzondering? 'Burgers sporen steeds vaker zelf criminelen op'
"Ook de politie weet dat je dit niet kunt tegenhouden, maar er is nog genoeg huiver", zegt Arnout de Vries, onderzoeker bij TNO en expert als het gaat om opsporen via internet.
Achtervolging
Het ging mis bij Mario Haazen. Zijn 14-jarige dochter dacht dat ze via social media contact had met een leuke 17-jarige jongen. Het bleek een oud-tbs'er van 47. Toen hij dit hoorde, deed Haazen direct aangifte bij de politie. Maar hij ging ook zelf achter hem aan.
Bij zijn zoektocht naar de dader gebruikte de vader niet alleen de zoekbalk op Facebook en Google. Hij zocht ook contact met vestigingen van Albert Heijn en Hema om er achter te komen wie cadeautjes kocht voor zijn dochter. Van de Hema kreeg hij bewakingsbeelden waarop te zien was wie dit deed. Haazen wist vervolgens te achterhalen waar de man woonde. Hoe dit afliep, weten we.
'Niet te stoppen'
Volgens De Vries kun je het niet stoppen dat mensen zelf op onderzoek uitgaan. "Je moet dit zo goed mogelijk begeleiden." Dat is volgens hem cruciaal om te voorkomen dat mensen uiteindelijk eigen rechter gaan spelen, zoals Haazen. "Hier moet de politie burgers ook tegen zichzelf in bescherming nemen."
Lees verder onder de video.
In het geval van Haazen deed de politie weinig met de informatie die de vader doorspeelde. Dat had volgens De Vries wel gemoeten. Maar hij ziet toch ook grote voordelen in het feit dat burgers helpen met opsporingszaken. "Je ziet nu al dat het merendeel van de zaken wordt opgelost met hulp van burgers. Zij zijn expert in hun eigen straat en anderen zijn weer heel goed op internet. Die hulp kun je heel goed inschakelen."
Om de politie én burgers te helpen, is De Vries bezig met de ontwikkeling van de app My Sherlock. Hierin wordt het mogelijk gemaakt voor mensen om gestructureerd onderzoek te doen en hun bevindingen te delen met de politie. "In deze app kun je een onderzoek starten met behulp van professionele methoden die door de politie en het Openbaar Ministerie zijn ontwikkeld."
Aanwijzingen online delen
Zo kunnen mensen op een simpele manier aanwijzingen invoeren die ze online hebben gevonden. Ook kan er een digitale compositietekening worden gemaakt. Het motief van de verdachte kan ook worden toegevoegd. De politie kan dit profiel makkelijk inzien en de voortgang van het onderzoek volgen. "Het is dan wel zaak dat de politie de zaak op een gegeven moment overneemt."
Volgens De Vries is dit een manier om de behoefte van burgers om tot actie over te gaan op een positieve manier in te zetten. "De aangiftes van mensen worden alleen maar beter op deze manier. We hopen dat het oplossingspercentage hiermee omhoog gaat."
Maar er is volgens de onderzoeker nog 'genoeg huiver' bij de politie en het lokaal bestuur. De angst dat hordes amateur-Sherlocks het recht in eigen hand nemen of sporen vernietigen, is moeilijk af te schudden. "Een paar jaar geleden worstelde de politie hier enorm mee. Maar je zag bij de zaak Anne Faber dat de politie ook is gaan samenwerken met mensen die gingen zoeken. Ze weten ook dat je dit niet kunt tegenhouden. Bij zo'n vermissingszaak kun je moeilijk een rood-wit lint om een heel bos spannen."