Kristófer Kristinsson wil met steun van familie in Nederland zijn voeten laten spreken bij Willem II
“Natuurlijk wil ik meer minuten, maar ik moet geduldig zijn”, zegt de jongeling kalm. “We hebben Fran in de spits. Die ga ik nooit uit de basis spelen, echt nooit. Ik moet zorgen dat ik goed speel als ik de kans krijg. Hard werken, genieten en iedere kans aangrijpen.”
De kans aangrijpen, dat deed Kristinsson ook toen hij in 2016 zijn geboorteland verliet voor een kans in Tilburg. “Ik wist dat het een stap was die ik moest maken.” In eigen land was hij één van de meest technische spelers, om stappen te maken was een stap naar het buitenland het beste. Op gesprek bij Willem II kreeg hij een goed gevoel. “Iedereen was heel aardig. En ik wilde ook niet naar een enorm grote club, daar raak je misschien verloren. Hier voelde ik me goed en zag ik kansen om in het eerste elftal te komen.”
Tekst gaat verder onder de Instagram-post van Kristinsson over de wedstrijd tegen Vitesse.
Thuis in Tilburg
Als tiener maakte Kristinsson de overstap van IJsland naar Nederland, maar hij werd niet in het diepe gegooid. Geen gastgezin en niet voor het eerst op zichzelf wonen, het gezin van de voorhoedespeler verliet het eigen land om met de voetballer mee te verhuizen. “Ik ben hier met mijn familie. Mijn vader werkt wel in IJsland, maar hij reist veel. Mijn moeder is hier, net als mijn broertje. Die speelt in de Onder 19.”
De aanwezigheid van zijn familie maakte het aanpassen aan het nieuwe leven een stuk makkelijker. “Vooral in het begin was het heel fijn. Ik had het moeilijk, het was zwaar. Ik kon thuis komen en relaxen, mama kookte. Dat was heel fijn. En het is nog steeds fijn, ik voel me goed.”
Interlandcarrière
Kristinsson, die het gevoel heeft dat Willem II mede door pech nog niet optimaal presteert, gaat regelmatig terug naar IJsland. Hij speelde al in verschillende nationale jeugdteams “Dat is altijd leuk, ik ga graag terug. Naar mijn vrienden en andere familie.”
Tijdens de vorige interlandperiode speelde hij met Jong IJsland een toernooi in China. De jongeling speelde tijdens wedstrijden tegen Jong Mexico, Jong China en Jong Thailand. “Ik ben daar een belangrijke speler, sta in de basisploeg. Het is altijd fijn als je belangrijk bent.” Toch is hoe hij het doet bij die ploeg niet het belangrijkste. “Mijn focus ligt hier, bij Willem II. Natuurlijk is het belangrijk, maar voor mij is hier spelen het belangrijkste. Als ik hier goed speel – en ook meer speel – kan ik bij de nationale ploeg de volgende stap maken.”
"Natuurlijk is spelen voor de nationale ploeg van IJsland belangrijk, maar spelen bij Willem II is het belangrijkste" - Kristófer Kristinsson
In oktober speelde hij met Jong IJsland nog tegen Jong Spanje, PSV’er Angelino was zijn tegenstander. “Het niveau van die ploeg is hoger dan in de eredivisie. Je staat tegenover spelers die om de week in de Champions League spelen. Ik stond tegenover Angelino, aan de andere kant stond Carlos Soler van Valencia. Dat was echt een hoog niveau.”
Tekst gaat verder onder de Instagram-post van Kristinsson.
Verlegen
Op de vraag wie zijn voorbeeld is, heeft Kristinsson geen antwoord. “Ik keek altijd op tegen Lionel Messi. Maar je kunt mij natuurlijk niet met hem vergelijken. Ook al omdat ik 1.90 meter ben en hij zo’n 1.60 meter.”
Dat antwoord past bij de voetballer die in vier korte invalbeurten eenmaal scoorde, hij blaast niet hoog van de toren en staat ook niet graag op de voorgrond. “Ik ben een makkelijke jongen, een beetje verlegen. Ik blijf met beide benen op de grond, loop niet te pronken met wat ik kan. Ik wil het laten zien op het veld. En ik zeg geen stomme dingen. Althans, dat probeer ik in ieder geval.”