Video

Arijan van Bavel laat er geen misverstand over bestaan: Adje is voorgoed verleden tijd

13 januari 2019 om 14:31
nl
Arijan van Bavel (39) uit Tilburg, ook bekend als Adje, de voormalig sidekick van Paul van de Leeuw, woont sinds de breuk met zijn man (en burgemeester van Winterswijk) Joris Bengevoord weer in 'zijn' Tilburg. En gaat met zijn nieuwe klucht ‘Medisch Centrum Best’ vanaf februari op tournee in het land. Arjo Kraak sprak zondagmiddag met hem in het programma Kraak. Over zijn terugkeer naar Brabant, waarom ‘de klucht’ zo’n leuk genre is en over zijn grote voorbeeld John Lanting.
Profielfoto van Jacky Goossens
Geschreven door

Het was een turbulente periode buiten Brabant, maar Arijan van Bavel heeft alles weer op de rit en is blij terug op het honk te zijn. “Veel mensen snapten niet dat ik naar Winterswijk verhuisde, maar ik voelde me daar prima. Joris en ik zijn daar allerhartelijkst ontvangen. Het is natuurlijk verdrietig om na tien jaar uit elkaar te gaan, maar ik kijk terug op een mooie periode en het contact tussen Joris en mij is nog steeds goed. We spreken elkaar regelmatig.”

Met de blik op vooruit heeft van Bavel zich helemaal gestort op zijn grote passie: theatervoorstellingen maken. En nee, Adje komt niet meer terug, zo maakt hij duidelijk. Want hij treedt definitief in de voetsporen van zijn grote voorbeeld John Lanting die met zijn Theater van de Lach de Nederlandse zalen plat speelde. In februari gaat de nieuwste klucht van Van Bavel in première: ‘Medisch Centrum Best’. 

Hoe komt hij tot zo’n idee? “Ik las afgelopen zomer een doktersromannetje en moest meteen aan de ziekenhuisserie van vroeger denken, ‘Medisch Centrum West’. Weet je dat daar destijds zeven miljoen mensen naar keken?! Dat kun je je nu gewoon niet meer voorstellen. Maar dat was dus de inspiratiebron voor deze voorstelling.”

Wachten op privacy instellingen...

De clown uithangen
Van Bavels keuze voor dit genre toneel ligt in het verleden. “Toen ik klein was, kwamen de voorstellingen van het Theater van de Lach ook op tv. Dat gebeurt tegenwoordig niet meer, maar die heb ik allemaal gezien. En net zoals John Lanting vind ik het leuk om mensen aan het lachen te maken, de clown uit te hangen."

Aan de première gaat een hele periode van repeteren en uitproberen vooraf. “Dat is eigenlijk helemaal niet zo leuk. Omdat het nogal technisch is. Zo luistert het bijvoorbeeld heel nauw op welk moment iemand door een deur komt. Dat kan echt het verschil maken. Terwijl het best moeilijk is om timing zonder publiek te repeteren. Wat mij betreft wordt het dus pas leuk met publiek. Dan voel je en merk je eigenlijk pas waar de grap zit en of een grap wel of niet werkt.”  

Heerlijk om te improviseren
Tot slot dan nog over zijn, inmiddels overleden, jeugdidool: John Lanting. “Hij is echt mijn grote voorbeeld. En woonde trouwens ook in Brabant, in Breda. Ik ben regelmatig bij hem thuis geweest. Dan bekeken we samen dvd’s. Hij was een vakman en ik heb ontzettend veel van hem geleerd. Zo vertelde hij me dat improviseren niet mocht. Maar dat vind ik juist heerlijk: de interactie met het publiek. En al mocht het niet, hij deed het zelf ook hoor, improviseren. Ik kijk nog steeds dvd’s van John terug. Om van hem te blijven leren om te zien hoe hij het aanpakt. En om te jatten, haha.”

 

 

 

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.