'Ik zeg houdoe, houdoe, houdoe', liedjesmakers gezocht voor het carnavalslied van Wim Daniëls
“Ik zeg: houdoe, houdoe, houdoe
Mar kom mar vlug wer trug
Ik zie-oe toch zo gèère
Ik zie-oe liefst wer vlug”
Zo begint de ‘kraker in wording’. Zelf heeft de geboren Aarle-Rixtelnaar wel een melodie in zijn hoofd:
“Die melodie heb ik thuis ingezongen, maar toen zei mijn vrouw, hou maar op.“
Daarom zette Daniëls de tekst online. Al snel na de post op Facebook en Twitter kwamen er reacties: “Ik heb gisteravond al vanuit Someren een muziekstuk thuisgestuurd gekregen.“
Boek over houdoe
Het lied vindt zijn oorsprong in een nog uit te brengen boek. Daniëls: “Ik ben een boek aan het schrijven over het woord houdoe en toen dacht ik, misschien past daar ook een carnavalslied bij. Toen heb ik me aan een tekst gezet.”
Zeker niet plat
Het carnavalsgenre kent vrij veel liedjes die aan de platte kant van het spectrum zitten, ‘Houdoe’ is dat zeker niet. “Er zit wel een verhaal in. De hoofdpersoon is een vrouw bij wie iemand op bezoek komt. Die vrouw vindt het prachtig en ze vindt het natuurlijk ook heel jammer dat ze weg gaat."
“De hoofdpersoon zegt houdoe in de hoop dat haar gast weer terugkomt, zodat ze ook wat aanspraak heeft. Er zit dus inderdaad weemoed in.”
Reacties zijn welkom
Daniëls kreeg al een reactie, maar meer reacties zijn welkom. “Heel graag, iedereen kan zich melden. Ik ga ze allemaal op een rijtje zetten en ik hoop dat er een fantastische melodie en misschien zelfs een mooie clip bij komt.”
Voor wie aan de slag wil met het werk van Wim Daniëls, kan reageren onder dit facebookbericht van Wim Daniëls:
Dit is de volledige tekst van Houdoe:
Ik zeg: houdoe, houdoe, houdoe
Mar kom mar vlug wer trug
Ik zie-oe toch zo gèère
Ik zie-oe liefst wer vlug
Ik zeg: houdoe, houdoe, houdoe
Mar kom mar vlug wer trug
Ik zie-oe toch zo gèère
Ik zie-oe liefst wer vlug
Ge kàànt zo skon vertelle
Ge wit ok aalt wa neijs
Ik heur-oe gèère proate
Van tois of van ’n reis
Loistere kàànde ok goewd
En dè is ok zo fijn
Ik kan dan m’n vurhaal kwijt
Dan vuul ik me nie allein
refrein:
Ja, ik zeg: houdoe, houdoe, houdoe
Mar kom mar vlug wer trug
Ik zie-oe toch zo gèère
Ik zie-oe liefst wer vlug
Ik zeg: houdoe, houdoe, houdoe
Mar kom mar vlug wer trug
Ik zie-oe toch zo gèère
Ik zie-oe liefst wer vlug
Ge koomt allein op vraidug
Des al joare vaste prik
Tis aalt hil gezellig
we lachen dan ok dik
Mar noa ’n uur of tweie
Dan vatte oewe jas
Ge gift me nog ‘n kusje
En vertrekt inins hil ras
refrein:
Ja, ik zeg: houdoe, houdoe, houdoe
Mar kom mar vlug wer trug
Ik zie-oe toch zo gèère
Ik zie-oe liefst wer vlug
Ik zeg: houdoe, houdoe, houdoe
Mar kom mar vlug wer trug
Ik zie-oe toch zo gèère
Ik zie-oe liefst wer vlug
Houdoe.