Brabant haalt in productiefase van JSF-project honderden miljoenen euro's aan werk en banen binnen
Het JSF-project heeft een voorgeschiedenis die terug gaat naar de jaren zeventig, toen er een vervanger werd gezocht voor de F-104 Starfighter straaljagers. Er werd gekozen voor de General Dynamics F-16, onder de voorwaarde dat Nederland werd betrokken bij de bouw en het onderhoud van de toestellen.
Dit onderhoud aan de F-16 vindt tot op de dag van vandaag plaats op vliegbasis Woensdrecht. In grote lijnen is de keuze voor de F-35 Lightning 2 - in de volksmond 'de JSF' - op dezelfde manier gegaan, met dat verschil dat Nederlandse bedrijven nu ook hebben meegedaan aan de ontwikkeling van de eerste testtoestellen.
Zwaartepunt in Brabant
Die deelnemende bedrijven hebben hun krachten (en gezamenlijke belangen) gebundeld in het 'Netherlands Industrial Fighter Aircraft Replacement Platform', kortweg NIFARP. Voorzitter Michiel van der Maat: "Ik denk dat het zwaartepunt van de productie in Nederland voor de JSF inderdaad in Brabant ligt. We hebben daar een goede kennisinfrastructuur. Dat helpt enorm en daardoor kunnen we een langdurige positie opbouwen."
Bekijk de video en lees daarna verder.
Zo wordt in Hoogerheide bij GKN Fokker Elmo al sinds 2002 alle bekabeling gemaakt voor alle F-35's. Dan gaat het om de 355 toestellen die al zijn geleverd en waarschijnlijk ook om de bijna 3000 vliegtuigen die nog moeten worden gebouwd.
Waarschijnlijk, want hoewel het woensdag voor miljoenen euro's een vervolgopdracht voor de bekabeling kreeg, moet het bedrijf op de Brabantse Wal iedere keer laten zien dat ze de beste kwaliteit voor de beste prijs levert. Want als Lockheed Martin of motorenfabriek Pratt& Whitney het ergens anders beter en goedkoper vinden, dan stappen ze onder het mom 'best value' gewoon over op die andere leverancier.
Vanghaken
Ook GKN Fokker Landing Gear in Helmond is al sinds het prille begin van het JSF-project betrokken. Het bedrijf ontwikkelde de landingsgestellen van de F-35 en de vanghaken voor de straaljagers die op vliegdekschepen moeten landen. En het Eindhovense bedrijf KMWE levert onderdelen voor de Pratt& Whitney motoren die de nieuwe straaljager voortstuwen. Ook maakt het metalen delen voor de romp en de vleugels van het toestel.
KMWE-directeur Edward Voncken over het Brabants JSF-aandeel: "Brainport staat goed op de kaart, net als de maakindustrie. Dat is voor ons belangrijk. Ook in Nederland kunnen we hele mooie hightech delen efficiënt en productief maken. Dat komt door de mate van slim produceren en goed vakmanschap."
Bekijk de video en lees daarna verder.
4000 banen
Lockheed Martin schroeft de productie van het nieuwe jachtvliegtuig behoorlijk op: van 91 toestellen vorig jaar naar 131 dit jaar. Voncken hoopt dat het aantal van 50 tot 100 man dat nu bij KMWE onderdelen maakt voor de F-35, gaat groeien naar 100 tot 150 man. "De volumes gaan aardig omhoog, dat zien wij ook. Er worden meer onderdelen gevraagd. Maar wij willen ook graag nieuwe onderdelen erbij, dus niet alleen meer van hetzelfde." In een F-35 zitten zo'n 33.000 onderdelen.
Volgens Van der Maat zorgde het JSF-project in Nederland tot nu toe voor 2000 banen. Door de toename van de productie en het onderhoud van de toestellen op en rond Woensdrecht, verwacht hij dat dit aantal tot 2050 zal groeien naar 4000 banen.
Trots
Voor anderhalf miljard euro haalden de Nederlandse bedrijven al aan opdrachten binnen voor de productie van de F-35. En dit zal waarschijnlijk tot 2045 oplopen naar 9 miljard euro. Het onderhoud aan de Europese toestellen tot 2050, voornamelijk in Brabant, is volgens Van der Maat ook nog eens goed voor 13 miljard euro aan omzet.
Duizelingwekkende bedragen. Maar de lampjes in de ogen van de voorzitter gaan pas echt aan als je vraagt wat hij voelt als hij naast zo'n F-35 staat. "Heel trots als ik dat zie. Als ik 'm zie vliegen, maar ook als ik 'm in deze geavanceerde fabriek in Fort Worth zie. Zoals een Amerikaan het zou zeggen: that makes my heart tick."
Plannen
Nederland koopt in totaal 37 F-35 gevechtsvliegtuigen en het kabinet heeft plannen voor nog eens 15 toestellen. De F-35 die woensdag de fabriek uit rolt - de AN-3/F-003 - is het eerste productiemodel voor de Nederlandse luchtmacht.
Op Edwards Airbase in Californië staan de AN-1 en de AN-2, die al jaren onderdeel zijn van het JSF testprogramma. In het voorjaar waren deze testtoestellen even in Nederland, waar ze te zien waren op de Luchtmachtdagen op vliegbasis Leeuwarden. Ook maakten ze verschillende 'belevingsvluchten' in Nederland, zoals boven vliegbasis Volkel dat vanaf 2022 ook een eigen squadron F-35's krijgt. Omwonenden konden toen zelf ervaren of deze straaljager voor meer geluidsoverlast gaat zorgen.
Nieuwe standaard
Hoewel Nederlandse bedrijven al meer dan 15 jaar meedoen aan de ontwikkeling van de F-35, was het tot in het voorjaar van 2013 nog steeds onzeker of het kabinet ook echt dit toestel zou kiezen als opvolger van de F-16. Ook andere vliegtuigen, zoals de Franse Rafale en de Zweede Saab Gripen, waren nog in de race.
Maar toenmalig minister van defensie, Jeanine Hennis-Plasschaert, hakte toen de knoop door. Ook omdat de Rafale en de Gripen duurder bleken te zijn. Steeds meer Europese landen kiezen nu voor de F-35. Engeland, Finland, Denemarken, Italië, Turkije en onlangs ook België hebben dit toestel gekozen als vervanger van de F-16.
Goede zaken
De luchtmacht is bijzonder blij met de keuze van onze zuiderburen, omdat dit gemakkelijker is voor de operationele samenwerking. Volgens topman Steve Over van Lockheed Martin vliegen er in Europa in 2030 meer dan 300 F-35's, waarmee het toestel dan toch gewoon het standaard jachtvliegtuig van de NAVO is geworden. En met een prijskaartje van gemiddeld 85 miljoen euro per toestel doe je dan als Amerikaanse vliegtuigfabriek best goede zaken, waar dus ook het Brabants bedrijfsleven nog jarenlang van profiteert.