Lerarentekort mogelijk op te lossen met de Onderwijsassistent-Plus, experiment Summa en basisscholen
De onderwijsondersteuner moet beter les kunnen geven. Ook kan de nieuwe functie een antwoord zijn op het alsmaar groeiende lerarentekort. Een plan waar het Ministerie van Onderwijs wel oren naar heeft.
"De tijd van de grijze meneer voor de klas van wie je je boek moest openslaan op pagina twaalf, díe tijd is nu echt voorbij." Eric van Son, directeur van het Expertise netwerk Stichting Eenbes legt nog eens haarfijn uit hoe de manier van lesgeven in de afgelopen jaren is veranderd. Klassen zijn veel diverser geworden, de kennis en kunde van de leerlingen ligt verder uit elkaar. Ook is er veel meer ruimte voor de kinderen om zèlf te ontdekken. Maar dat alles trekt wel een wissel op de leraren.
Onderwijsassistenten
"Tot een paar jaar geleden waren onderwijsassistenten eigenlijk alleen werkzaam in het speciaal onderwijs", vertelt Van Son. Tegenwoordig is dat wel anders. Vers van de mbo-opleiding hebben de afgestudeerden het nu voor het uitkiezen. Ze zijn hard nodig, vooral nu de aanwas van de lerarenopleiding, de pabo, afneemt. Ze nemen kleine groepjes leerlingen onder hun hoede en kunnen docenten daar waar nodig helpen. Maar zelfstandig een klas overnemen, dát is er niet bij.
Van Son nam contact op met het Summa College in Eindhoven. Want in zijn ogen was er aan beide kanten winst te behalen. De huidige onderwijsassistenten meer kunnen aanbieden én er als school een hoop voordeel bij hebben. Nu nog een opleiding die daarbij zou aansluiten. Het Summa College had er wel oren naar.
"Eric van Son was mij net voor toen hij belde", zegt Danielle Soers. Ze is teamleider van de opleiding tot onderwijsassistent op het Summa College. Het mes snijdt inderdaad aan twee kanten. De onderwijsassistenten komen zo nog steviger in het werkveld te staan en ze kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het lesgeven met het oog op het lerarentekort."
Bevoegdheid
De regels rond de bevoegdheid om les te mogen geven zijn streng. Onderwijsassistenten mogen bijvoorbeeld niet voor de klas. Onderwijsondersteuners uiteindelijk wel. "Ze hebben uiteindelijk voldoende pedagogische en didactische achtergrond om onder supervisie van een docent voor een grote groep kinderen te staan", zegt Danielle Soers.
De studenten krijgen een certificaat, dat voorlopig alleen geldig is binnen vestigingen van Eenbes, maar in de toekomst wellicht ook op andere scholen. "Voor de onderwijsassistent is het ene mooie doorgroeimogelijkheid. Het doel is om het concept landelijk uit te kunnen rollen. Het is een gat in de markt, precies waar het werkveld op dit moment om vraagt", zegt Danielle.
Nancy van den Heuvel werkt al tien jaar als onderwijsassistent en voor haar is de opleiding een uitkomst. "Het geeft mij de kans om mij verder te ontwikkelen. De stap naar de pabo is wel een hele grote. Dit is een mooie tussenstap. Zo kan ik uiteindelijk de leraren echt ontlasten." Sanne Zuidwijk denkt er net zo over. "ik ben er een aantal jaar uit geweest. Ik wil méér betekenen dan alleen die onderwijsassistent zijn. Met deze opleiding kan ik wel die hele klas draaien als het nodig is. Voor de school is het ook goed om ons op deze manier in te kunnen zetten.
Slimmer zijn
Waarom Van Son niet gewoon kiest voor een aantal vers afgestudeerde pabo-studenten?. "Die vraag is legitiem", zegt hij, "maar met het lerarentekort in het achterhoofd moeten we gewoon slim zijn. Er is maar één zak met geld, dus moeten we heel goed kijken naar de verschillende organisatievormen. Dat geld kunnen we maar één keer uitgeven. Dat moeten we dus zo slim mogelijk doen. Een grote klas opdelen in verschillende leergroepjes vraagt meer dan één docent op zo'n klas. Dat kunnen we dan af met een leraar en een onderwijsondersteuner".