Dutch design voor een prikkie op Alibaba: 'Je wordt er doodmoe van en het kost zoveel geld'
De deukbeker van Rob Brandt uit Terheijden kan met recht een designklassieker genoemd worden. Het bekertje van keramiek in de vorm van een gedeukte plastic beker is al tientallen jaren een succes in museumwinkels en op veel, héél veel websites. Maar de ene deukbeker is de andere niet.
'Je beker ziet er niet meer uit!'
De eerste signalen dat er iets niet in de haak was, kreeg Brandt jaren geleden van zijn vaste klanten. Zijn deukbeker dook overal op, ook bij V&D en Marskramer. Brandt: "De mensen zeiden 'Hij ziet er niet meer uit, jouw beker', maar dat was mijn beker helemaal niet!"
Rob Brandt liet het er niet bij zitten. Hij procedeerde tegen de namaakversies van zijn werk, en met succes. Hij voerde meerdere rechtszaken en won ze allemaal. Ondertussen bleef ook de echte versie van zijn deukbeker in trek en stroomden de bestellingen binnen bij het atelier in Terheijden.
Hoe ontstond de beroemde Deukbeker? Brandt legt het uit:
Franse porseleinfabriek
Een erg hardnekkige partij bleek de Franse porseleinmaker Revol. "Ze maakten in China een slap aftreksel van mijn beker, die zag er niet uit. Maar wat maakt de mensen dat uit? Ze hebben een enorm goede marketing, overal kwam je die dingen tegen. Die verdienden miljoenen", vertelt Brandt.
Moe van alle procedures en het juridische getouwtrek besloot hij de rechten van zijn beker te verkopen: "Het is een materie waar ik niet in thuis ben. Ik ben geen zakenman, ik ben kunstenaar. Het zijn vaak grote lichamen waar je tegenaan moet, hoor. Je wordt er doodmoe van en het kost zoveel geld." Sinds 2015 mag Revol hun versie van de deukbeker maken. Brandt zelf produceert alleen nog de glazen variant.
'Ze lachen je gewoon uit'
Guido Ooms van Studio Oooms uit Geldrop herkent het fenomeen. "Mijn usb-sticks verwerkt in echt hout lagen opeens bij de V&D. Dank denk je 'een Nederlands bedrijf, misschien steunen ze ons', maar het was jatwerk en ze hebben de sticks uit de handel gehaald. Dat was het dan. Verder hebben we er niks meer van gehoord." Ook Chinese namaakproducenten gingen aan de haal met zijn werk. Ze bleken vaak ongrijpbaar: "Dan zeggen ze dat ze stoppen, en dan gaan ze onder een andere naam verder. Of ze lachen je gewoon uit."
Ooms wordt wel eens getipt over namaakversies van zijn producten: "Een kwade (ex) werknemer van een bedrijf vertelde mij een keer, dat ze mijn puzzelsnijplank namaakten." Achterdochtig wordt hij als een houtbedrijf uit Amerika één plank bestelt. "Dan weet je dat ze gewoon een voorbeeld zoeken om na te kunnen maken. Niemand bestelt maar één plank, je wilt er juist meerdere zodat je ze aan elkaar kunt koppelen."
Heel ongelukkig
Ook Ooms is, net als Rob Brandt, gestopt met de alsmaar voortdurende strijd tegen namaak. "Ik zoek het nu niet meer op, online. Dat heb ik wel gedaan, maar daar word je heel ongelukkig van." Hij steekt zijn energie liever in nieuwe ontwerpen, zoals zijn messen van eeuwenoud hout. Die worden niet zomaar nagemaakt.
Puma wordt ook gekopieerd
Is er dan helemaal geen manier om je rechten als maker te beschermen? Ooms: "Je hebt beeldrecht, octrooi, patenten. Ik heb het me wel eens uit laten leggen. Maar je betaalt een hoop geld om je rechten veilig te stellen. Zeker als je wereldwijde dekking wilt, loopt het in de tonnen. Dat kunnen wij gewoon niet betalen. En al zouden we dat wel kunnen, ga maar na: merken als Puma worden ook nog steeds gekopieerd! Het is een negatieve strijd die je nooit gaat winnen."
Job Smeets van Studio Job uit Tilburg onderhoudt zelfs een speciaal Instagram-account met namaak van zijn design, 'Celebrating all the work inspired by the Studio Job style':
'Copyright is dood'
Op dat account staan tientallen voorbeelden van namaakversies van het werk van de designer. "Het is eigenlijk begonnen als een geintje. Door China bestaat copyright als verdienmodel eigenlijk niet meer", vertelt Job Smeets van Studio Job. "Copyright is dood. Tegenwoordig is alles zo eenvoudig na te maken, design is een seizoensproduct geworden. Je moet gewoon elk seizoen met iets nieuws komen."
Voor copyright is volgens Smeets identiteit in de plaats gekomen: "Je kan zo sterk iets authentieks creëren, dat mensen toch jouw echte product willen hebben." In het voeren van rechtszaken ziet Smeets niets: "Je kunt wel rechtszaken voeren tot je een ons weegt, of je gaat nieuwe dingen verzinnen. Het hele idee dat iets alleen van jou is, zo werkt het niet meer. We kopiëren elkaar de hele dag natuurlijk."
Een duur punt om te maken
Jos van der Wijst van Bogaerts& Groenen advocaten uit Tilburg erkent dat opkomen voor je recht als designer niet altijd eenvoudig is. "Als het via een Chinese website wordt verkocht, dan kun je die in Nederland lastig aanpakken. Juridisch kan het, maar in de praktijk heb je niks aan een uitspraak van een Nederlandse rechter tegen een Chinese website."
Hij raadt aan goed na te denken voordat je als ontwerper juridische stappen zet: "Voordat ik aan een zaak begin maak ik altijd een heel nuchtere afweging: als we winnen, wat hebben we dan bereikt? Soms is een punt maken voor een klant al voldoende, dat kan anderen afschrikken. Het kost je wel wat geld dan, zo'n punt maken."
Avontuur
"Je moet echt weten aan wat voor avontuur je begint, het heeft vooral zin als het nagemaakte product een belangrijk deel van je collectie is. Of de andere partij blijft maar dingen van jou namaken“, aldus Van der Wijst, die verder aangeeft dat een zaak tegen een Nederlandse producent wel degelijk kansrijk kan zijn. Maar daarvoor dan moet je dus wel designer, en een klein beetje zakenman zijn.