Stuifmail zondag 24 februari: dwergvleermuizen, grauwe schildwants, roodborst en nijlgans
Dwergvleermuizen
Theo van den Bosch ziet al een paar nachten 'vogelachtige beestjes' in de nok bij zijn dak zitten en vraagt zich af wat dit voor beestjes zijn. Als je heel goed kijkt naar de foto. zie je dat het harige diertjes zijn en de enige harige diertjes die in Nederland kunnen vliegen zijn vleermuizen. Volgens mij zitten in zijn nok dwergvleermuizen, die daar overdag slapen. Dwergvleermuizen zijn kleine vleermuizen. Hun vleugels hebben een spanwijdte van maximaal 24 millimeter en ze zijn maximaal acht gram zwaar. In ons land schuilen deze mooie diertjes vooral in gebouwen, in spouwmuren, achter betimmering en daklijsten of onder dakpannen. En in het geval van Theo van den Bosch dus onder de nok van het dak. Een tip voor hem: laat ze lekker zitten, want ze pakken in zijn buurt lekker veel muggen weg. dat is ideaal. Mocht Theo nader advies willen, dan hoor ik dat graag.
Grauwe schildwants
Op de foto die ik kreeg van Elly Elesen zie je een insect met witte blokjes aan de beide zijden van de schilden. De sprieten zijn afwisselend wit en donker. Daarnaast zie je direct achter de kop een driehoekje, dus hebben we te maken met de grauwe schildwants. Grauwe schildwantsen worden maximaal zesien millimeter groot en ze overwinteren graag in onze huizen. Oorspronkelijk kwamen deze dieren hier niet voor, maar door het veranderende klimaat zijn ze langzaam vanuit het midden van Europa Nederland gaan bezetten. Het vervelende aan deze schildwantsen is het feit dat ze een mix van geurstoffen - aggregatie feromoon - uitscheiden. Daarmee lokken ze andere schildwantsen. Dit doen ze vooral als ze zich veilig voelen op hun overwinteringsplek. Je kunt ze het best keer op keer buiten zetten, want doodslaan is geen optie. De stank die daar bij vrijkomt is niet heel fris en blijft dagenlang in je huis hangen.
Roodborst
Ik kreeg verschillende vragen binnen over roodborsten. Onder meer over waar ze vandaan komen en wat het grote verschil is tussen mannetjes en vrouwtjes. De roodborsten die in Nederland de winter doorbrengen, komen voornamelijk uit Scandinavië en de landen ten oosten van Nederland. Zij zijn niet zo heftig territoriaal als ‘onze’ eigen roodborsten, die ook voor een deel in de winter hier blijven. Ze slapen soms bij elkaar. Maar het grootste deel van onze broedvogels trekt in het najaar weg en overwintert in Zuid-Europa, me name in Spanje en Portugal. Van onze broedvogels trekken vooral de vrouwtjes weg. Er verblijven ’s winters bij ons dan ook meer mannetjes dan vrouwtjes.
Roodborstmannetjes zijn zeer agressief als het gaat om het behoud van hun territorium. Dit doen ze op twee manieren. Door uitbundig en luid te zingen en door alles aan te vallen wat in de buurt komt van hun territorium. Overigens zingen mannetjes en vrouwtjes, dus kun je daar geen verschil in zien. Daarnaast zingen roodborsten als een van de weinige zangvogels zowel in het voorjaar als in de andere seizoenen. In het voorjaar doen ze dit wel het meest uitbundig.
Vaak wordt er gezegd dat het mannetje een fellere oranje tekening heeft op de borst. Maar dat goed zien, is vaak lastig. Het grote verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is dat vrouwtjes bedelgedrag vertonen. Samen doen ze aan broedzorg en zorgen ze voor de jonkies, maar daarna is de liefde over.
Twee nijlganzen
Op de foto van Anne-Marie van Woensel zie je twee grote vogels op de nok van een dak zitten. De familie Van Woensel vraagt zich af wat dit voor vogels zijn. Aan de houding en het gedrag kan ik opmaken dat het gaat om nijlganzen. Nijlganzen, ook wel vosganzen genoemd, kwamen oorspronkelijk voor in het gebied rond de Nijl. Het is dus een Afrikaanse soort. Rond begin 1970 zag je deze vogels steeds meer in het Nederlandse landschap. Ze zijn ontsnapt uit volières en vogelparken. Nijlganzen zijn vogels uit de familie van de zwanen, ganzen en eenden. Heel goed herkenbaar is hun vaak opgerichte houding boven hun roze, lange poten. Hun hoofdkleur is grijsbruin, maar ze hebben roodbruine bovendelen en op de borst bevindt zich een donkere vlek. Daarnaast valt de donkere vlek rond het oog erg op. Nijlganzen kun je overal tegenkomen, als er maar water in de buurt is. Je vindt ze dus in weidegebieden, bij meren en meertjes in parken van dorpen en steden enzovoorts. Broeden doen ze vooral bij het water, maar je kunt ze ook broedend tegenkomen op ooievaarsnesten of diep in het bos op oude nesten van roofvogels.
Vos met jonge vosjes
Martien Smit maakte onderstaand filmpje van dollende jonge vosjes met hun vader.
Citroenvlinders
Dit weekend sneuvelen er waarschijnlijk weer een paar weerrecords. Zonnig weer in het voorjaar zorgt er ook voor dat de vlinders uit hun winterslaap ontwaken. Vooral citroenvlinders worden in het vroege voorjaar veel gezien De kans is dus aanzienlijk dat je dit weekend een citroenvlinder ziet!
Heb je een citroenvlinder gezien? Geef je waarneming dan door! Dat kan gemakkelijk via Telmee, Waarneming.nl of Tuintelling.nl.
We hebben vogels nodig
Vogels zijn meer dan fleurige, vrolijke zangers waar vogelaars en natuurliefhebbers blij van worden. Naast hun eigen waarde en bestaansrecht, hebben vogels namelijk kwaliteiten die essentieel zijn voor de overleving van mensen. En voor veel mensen is dat nu eenmaal de maat der dingen. Geeft niet, ook volgens die maat moeten we vogels beschermen.
Natuurtip
Zaterdag 2 maart wordt er een wandeling georganiseerd door de Loonse en Drunense Duinen. Deze begint om tien uur 's ochtends en duurt tot twaalf uur 's middags. Een ideale locatie om een frisse neus te halen, voor verkwikking en energie. Een ervaren duingids neemt je mee het gebied in en laat je verwonderen over al het moois dat er te zien, ruiken en voelen is. Voor de gelegenheid – het is tenslotte carnaval - vertelt de gids je meer over het gebruik van kleuren in de natuur. Zijn alle dieren goed gecamoufleerd of trekken ze juist een uitbundig kleed aan?
IVN Brabant organiseert deze wandeling. De organisatie is te contacteren via 088- 500 3110 of [email protected]. De wandeling start bij parkeerplaats Het Genieten aan de Roestelbergseweg 3 in Kaatsheuvel. Vooraf aanmelden is nodig, zodat er voldoende gidsen beschikbaar zijn. Deelnemers wordt gevraagd om kwart voor tien aanwezig zijn, zodat de groep op tijd kan vertrekken. Deze route die wordt gelopen is ongeveer zeven kilometer lang. Honden mogen niet mee. Aanmelden kan via deze link.